Mijn
'dicteecarrière' begon met het Leids Dictee
van 1993, georganiseerd door basisschool Lucas van Leyden. Om mee te
kunnen doen aan de finale moest je goed scoren in een voorronde (meerkeuzevragen
en een tekst die je moest corrigeren) en om mee te kunnen doen aan
een voorronde betaalde je vijf gulden – daar was het die school
om te doen.
In
1994 en 1995 volgden het tweede en derde Leids Dictee. Ik heb
alledrie de
keren de finale gehaald. De eerste keer werd het dictee voorgelezen
door Kamerlid Andrée van Es, de tweede keer door staatssecretaris
Jacques Wallage en de derde en laatste keer door staatssecretaris
Tineke Netelenbos.
Ik ben er bijzonder trots op dat ik de enige
ben die alledrie
de keren in de prijzen is gevallen. Het was overigens een aflopende
reeks: tweede, gedeeld derde en gedeeld vijfde. Maar die vijfde
prijs van 1995 was me haast nog het dierbaarst. Dat zit zo: in
1993 werd
ik tweede achter Bert L., een leraar Nederlands. In 1994 werd ik
gedeeld derde, samen met dichter Leo van Z. en
leraar Nederlands Bert J. Winnaar was
een medewerker van de universiteit, maar de vermaledijde
Bert L. werd tweede en was dus ook nu weer vóór me
geëindigd.
Toen ik in 1995 gedeeld vijfde werd (o.a. weer
met Leo van Z.), won Bert J., maar eindelijk had ik Bert
L., ook nu weer in de finale, achter me gelaten.
De Lucas van Leydenschool stopte na drie jaar met het Leids Dictee.
Vanaf dat moment beperkten mijn dicteeactiviteiten zich
tot het insturen van de voorronde van het Groot Dictee
(lange
tijd
hardnekkig
het
Nationaal Dictee genoemd, terwijl het toch al vanaf de tweede
editie, in 1991, een coproductie
was van De Volkskrant en de Vlaamse krant De Standaard) en het
thuis meeschrijven met het Groot Dictee. Het is me nooit gelukt door
te dringen tot de finale, altijd
in december
in de Eerste Kamer. De voorronde bestaat uit
meerkeuzevragen en zinnen die je moet corrigeren, net als bij de
Lucasschool, maar
die kan iedereen thuis maken, al dan niet met het Groene Boekje
erbij. Er zijn altijd veel meer foutloze inzendingen dan
finaleplaatsen.
2005
Toen kwam 2005. Iemand wees me op het Groot Nederlands Dictee van
het Vlaamse Davidsfonds. De voorronden daarvan zijn eerlijker:
in zo’n
zeventig voorrondeplaatsen in Vlaanderen (en voor de Ollanders
ook in Amsterdam, in het Vlaams Cultuurhuis ‘De Brakke Grond’)
maakt iedereen tegelijkertijd en onder toezicht een ‘proef’.
Er zijn twee categorieën, de ‘specialisten’ en
de ‘liefhebbers’.
In 2005 schreef ik me roekeloos bij de specialisten in – ik
had immers een mooie palmares bij het Leids Dictee en scoorde de
laatste jaren thuis bij het Groot Dictee ook heel
behoorlijk: in
2002 zes fouten, in 2003 acht, maar één meer dan
de winnaar, en in 2004 zeven. Ik ging dus voor de top. En ik werd
keurig vijfde.
Van de vijf! Zo landde ik, met zo’n dertig fouten, met
beide benen op de grond. Geen finaleplaats in Brussel, dus.
Kort
na deze deceptie kreeg ik de kans mijn ego te herstellen. In de boekenweek
bliezen een boekhandel en een Leids dagblad het Groot Leids Dictee nieuw leven in, geschreven en voorgelezen door lexicograaf Hans
Heestermans.
Toen ik binnenkwam, zag ik tot mijn schrik Bert L. staan! Maar
ik won, met één fout. Bert L. werd gedeeld derde met
vijf fouten.
Bij dat nieuwe Grote Leidse Dictee hoorde ik dat er
al sinds 2003
ook een Groot Leids Dictee gehouden werd in café De Bonte
Koe en dat dat véél moeilijker was. In 2003 was
het gewonnen door een lerares Nederlands met 26 (!) fouten,
in 2004 had de winnares
16 fouten. Dáár moest ik natuurlijk bij zijn -
ik kon toch niet toelaten dat er in Leiden twee verschillende
winnaars van
twee verschillende Leidse Dictees rondliepen.
Tussendoor won ik in september het Groot
Katwijks Dictee. Een prima
training voor het Bonte-Koedictee - zes fouten. Het ging over de man
in
de keuken en mijn repertoire is daar zeer beperkt. Het dictee had geen
titel, maar later
bedacht ik dat 'Keukenrol' wel paste.
Op
7 november 2005 was dan eindelijk het Groot
Leids Dictee van
café De
Bonte Koe. Ik had iedereen die het maar horen wilde, gezegd dat
ik
zou gaan winnen. Het was inderdaad
veel moeilijker dan het Groot Leids Dictee van de boekenweek,
maar ik won, met 10 fouten. Tweede was de lerares Nederlands
die in 2003
nummer één werd. Zij had 22 fouten méér!
Ook in december 2005 scoorde ik weer goed bij het Groot
Dictee: zes fouten, twee meer dan de winnaar, maar acht
minder dan
de ‘beste’ Nederlander,
die vijfde werd.
2006
Maar niettemin heb ik me voor de voorronde
2006 van het Davidsfondsdictee (door henzelf GND genoemd,
oftewel Groot Nederlands
Dictee) aangemeld bij de liefhebbers. Weer in Amsterdam.
En nu won ik, met drie fouten. De nummer twee, een ex-leraar
die het jaar daarvoor
ook nog bij de specialisten had meegedaan en toen vóór
me was geëindigd, had negen fouten.
Op het moment dat
ik dit schrijf, is nog niet bekend of mijn score voldoende
is voor een finaleplaats
in Brussel – er zijn immers heel veel
voorrondeplaatsen (Amsterdam, Parijs, Luxemburg en ruim
zeventig in Vlaanderen)
en maar 25 finaleplaatsen. Dus de score telt. Ik heb goede
hoop!
Die score bleek voldoende voor een plaats in de finale op 11 maart. In het Vlaamse Parlement in Brussel ben ik vijfde geworden
van de 25 finalisten; zie onder Davidsfonds
Finaledictee 2006.
Daarna heb ik nog meegedaan aan het eerste Hoeksche
Waards Dictee in
Oud-Beijerland; daar ben ik derde geworden van de 152 deelnemers.
Tijdens de finale van het Groot Nederlands dictee in Brussel heeft Waldo Keyers, drijvende kracht achter het Houthalens Orthografisch Genootschap (nu Limburgs Taalgenootschap), me enthousiast gemaakt voor het 2e Houthalens dictee in mei 2006. Houthalen ligt in Belgisch Limburg. Ik ben daar derde geworden in de categorie liefhebbers, achter Middelburger Louis Kesteloo (winnaar van het Groot Dictee in Den Haag in 1964!), die 2e werd, en Gentenaar Frans Van Besien. Mijn prijs: € 25, n(i)et genoeg voor de benzine.
In september 2006 wilde ik in Katwijk mijn titel verdedigen. Maar dat ging niet door: er waren maar twee aanmeldingen. Het organiserende ID-college heeft me toen bij het deelnemersveld in Lisse gevoegd, ook van het ID-college. In 2005 had Leni Lagerberg daar gewonnen met 6 fouten, net als ik. Zelfde tekst. Spannend dus. Tevoren werd Leni en mij gezegd dat wie dit jaar won, in 2007 het dictee moest schrijven. Ik won, Leni werd 3e.
Een maand later mijn derde Belgische optreden, het 9e Limburgs dictee, in het prachtige stadhuis in Hasselt. Twee categorieën, amateurs en experts. Ik won bij de amateurs, met maar één fout, voor Ward Smeyers (4), die in 2007 2e werd bij het Groot Dictee in Den Haag. Maar nog leuker was, dat de tekst exact gelijk was aan die van de experts. Daar won Joost Verheyen (winnaar van het Groot Dictee in Den Haag in 1998), met 0 fout, voor Jean Spelmans, gedeeld winnaar in Den Haag in 2001 (2 fouten), Jacques Bettelheim, later winnaar in Den Haag in 2006 (3 fouuten) en nog een tiental kanonnen, onder wie Frans Van Besien (zie boven), Bert Jansen (zie elders) en Jozef Lamberts (gedeeld winnaar in Den Haag in 2001). Over all was ik dus 2e in dit veld! Mijn prijs: € 50.
Weer een maand later deed ik mee aan een sponsordictee in Schiedam, net als in de Hoeksche Waard van de Rotary. Het goede doel: kertspakketten voor minima. Mijn sponsors: familie en collega’s. Ik werd 2e met 6 fouten, achter Jacques Bettelheim (4 fouten), maar voor Bert Jansen die in 2005 had gewonnen (9 fouten). Mijn prijs: een werkjack van een sponsor, een kraanbedrijf uit Rotterdam. Gijs, Bram en Wessel hoefden het niet, en als ik het draag, horen ze niet bij me...
Ook in november weer het Bonte Koedictee. Het vierde. Was ik in 2005 nog winnaar met een straatlengte voorsprong op nummer 2, deze keer had ik mijn eigen oppositie georganiseerd: Bert Jansen. We werden gedeeld winnaar, met 5 fouten. We hadden beiden manchesterbroeken en vinden dit beiden nog steeds goed. Het ergst vond ik dat ik, als pietje-precies, pietje-precies fout schreef! Leni Lagerberg werd 4e (24 fouten). Mijn prijs: een mooie balpen, een Lamy.
Nog meer 2006, december, Papendrecht. Geen verhaal, maar losse zinnen. Jacques en Bert gingen ook. Jacques wist toen al dat hij in de Eerste Kamer in Den Haag mee mocht doen. Vooraf zei ik hem dat ik het leuk zou vinden als ik in Papendrecht van de toekomstige winnaar van het Groot Dictee zou winnen. Zijn ad remme antwoord: “Ik ook!” Ik had maar 1 fout, maar Jacques 0. Bert 3. Zelfde top drie als in Schiedam dus. Gemor onder de ca. 60 Papendrechtse deelnemers dat ‘buitenstaanders’ er met de prijzen vandoor gingen. (1e prijs: Grote Van Dale, 2e prijs: boekenbon van € 100. Jacques had de nieuwe Van Dale al, ik nog niet. Hij bood aan te ruilen.) In 2007 waren niet-Papendrechters niet meer welkom...
2007
Eind januari 2007 was er weer een Leids dictee van het Leidsch Dagblad, deze keer niet met boekhandel De Kler (zie maart 2005), maar met boekhandel selexyz kooyker. Vooraf was onduidelijk hoe ‘Leids’ het zou worden – bij een dialectdictee heb ik niets te zoeken. Maar, verzekerde Eric-Jan Berendsen, journalist van het LD en schrijver van het dictee, me: het was gewoon in het Nederlands. Jacques Bettelheim, die als kersvers winnaar van het Groot Dictee in december 2006 in Den Haag speciaal was uitgenodigd, werd gedeeld 3e met 10 fouten. Ik won (4 fouten), maar wel met thuisvoordeel, niet zozeer door een aantal echt Leidse woorden (baggedetten, barrebok, bonkertje), die ik ook niet kende, maar fonetisch goed schreef, als wel door een flink aantal straatnamen. Mijn prijs: de luxe editie van de Grote Van Dale en een beker van het formaat Europacup. Op verzoek van Ingrid staat die in mijn kamer in het stadhuis. De Van Dale mocht ik ruilen voor boekenbonnen, als ik hem al had. Ik had hem al (zie Papendrecht), maar niet de luxe editie. Nu staat er één thuis en één op kantoor.
In februari was in Amsterdam weer de voorronde (preselectie, zeggen de Vlamingen) van het Groot Nederlands Dictee in Brussel, het Davidsfondsdictee. Ik was in de finale in maart in Brussel 5e geworden bij de liefhebbers en moest nu verplicht bij de specialisten meedoen. Mijn ‘finest hour’: ik won, vóór Jacques en Bert. En alle drie (en ook nog nummer 4: Lou Ferré van Vlerken uit Nijmegen) met een score die voldoende was voor een finaleplaats.
Brussel, maart 2007. Prachtige dag, een Vlaamse vriend, Gino, was met eega Veralien uit Maldegem naar Brussel gekomen, als toeschouwer - hij had zelf nét geen voldoende score behaald bij de liefhebbers voor een finaleplaats. Tussen de specialistenfinalisten, naast de Hollanders 21 Vlaamse reuzen, eindigde ik in de achterhoede. En achter Jacques en Bert.
In april was het 3e Houthalens dictee. Ik had 3 fouten, maar zat niet bij de top. Tal van Vlaamse reuzen hadden nog minder fouten, maar ook de Nederlanders Louis Kesteloo en Bert Jansen eindigden nog vóór mij. Ik werd slechts 10e! Elsie Ribbens, winnares van het Groot Dictee in Den Haag in 2005, won. Foutloos.
Na een dicteeloze zomer begon het seizoen weer in september, het 5e Velser dictee in Driehuis. De schrijver, Bart Boele, journalist van de IJmuider Courant, had bij de 4e editie in 2006 nogal wat commentaar gekregen dat het te moeilijk was en toen beloofd dat het dit jaar goed te doen zou zijn. Dat was zo, helaas. Niet onderscheidend genoeg. Er waren vier deelnemers met 0 fout, onder wie de echtgenote van de Velser burgemeester. En ik. Mijn eerste winst met 0 fout, maar gedeeld. Mijn prijs: de Zilveren Duim. (De andere drie winnaars, allen uit Velsen, zouden net zo’n duim nabezorgd krijgen.) René Dijkgraaf uit Harderwijk (zie ook Delft, december 2007, en Leiden, februari 2008) werd met 1 fout gedeeld 5e, de winnares van 2006, Tineke Hartman uit Zandvoort, gedeeld 8e (2 fouten).
Drie dagen na Velsen was het 3e Hillegoms dictee. De vorige twee edities waren beide gewonnen door Lissese Leni Lagerberg. Zij won nu weer, met 1 fout. Ik had er 2. De schrijver van het dictee, Wim Opdam, een leraar Nederlands in het volwassenenonderwijs, zei dat hij de nieuwe spelling maar niks vond en de oude spelling hanteerde. Om in de eerste zin een Tweede Kamerlid te laten opdraven, en dat schreef je in de spelling-1995 als ‘Tweede-Kamerlid’! Leni had ambachtsschool fout (een s te weinig), ik showbizz (een z te weinig). Mijn andere fout was in de zinsnede “waar klanten opaf kwamen”. Volgens Wim was het “waar klanten op af kwamen” (zo had Leni het), volgens Van Dale is het “waar klanten op afkwamen”. Tineke Hartman werd 3e (7 fouten).
Tussendoor heb ik twee dictees geschréven, waar ik dus niet zelf aan meedeed. In september het Lisses Dictee, na mijn winst in 2006 (zie aldaar). Leni won. En in november voor jonge collega-ambtenaren (tot 35 jaar), die zich Jong Leiden noemen, het dictee ‘Jong Lijden’. Haast even leuk als zelf meedoen.
In november het Hoorns dictee, weer een Rotary-sponsordictee. Ik mocht meedoen, als ex-Horinees. En ik won! Weliswaar waren er drie deelnemers gedeeld 1e met 5 fouten, maar tot eindwinnaar werd uitgeroepen degene die het hoogste sponsorbedrag bij elkaar had gebracht. En dat was ik (of liever: familie en collega’s). De nummers 2 en 3 waren Hoornse schrijvers. Bij nader inzien bleken
2 van mijn 5 fouten correct te zijn en hadden de beide anderen wel 5 fouten.
Mijn prijs: de Grote Van Dale (en als ik hem al had... - ik kreeg € 125 aan boekenbonnen nagestuurd!), een balpen, een Mont Blanc Meisterstück, die later
€ 256 bleek te kosten, én een mooi boeket dat ik naar tante Clazien heb gebracht.
Een maand later weer een dictee waar ik van tevoren vroeg of ik wel welkom was: Delft. Ook daar heb ik gewoond. Ik was welkom, en ik won, met 5 fouten, voor een leraar Nederlands, die ook columns over taal schrijft (6 fouten). Derde werd Leni Lagerberg (8 fouten) en 4e René Dijkgraaf uit Harderwijk (12 fouten). Bij het Delfts dictee – dit was de 3e editie – schrijft de winnaar steeds het volgende dictee. Bij de prijsuitreiking (een mooi boek) werd me dit nog nadrukkelijk meegegeven (“U weet toch...”), maar na afloop kwam iemand van de organiserende schrijversclub bedeesd naar me toe. Dat had hij niet mogen zeggen, de schrijver van het Delfts dictee 2008 moest echt iemand uit Delft zijn!
2008
Het eerste dictee van 2008, een thuiswedstrijd. Leiden, februari. Volgens de organisatie was het het ‘derde Leids dictee’, waarbij dat van maart 2005 en januari 2007 als het eerste en tweede werden gezien. Voorbijgaand aan vier Bonte Koedictees (waarvan ik maar aan twee heb meegedaan, en gewonnen) en de drie oudste dictees in deze serie, die van de Lucas van Leydenschool.
Geen baggedetten en bonkertjes deze keer, maar wel weer veel straatnamen, en zelfs eigennamen. Ik won, met 7 fouten (waarvan er 2 beslist niet fout waren!), voor Nel Lagas (8) en wethouder Gerda van den Berg (13). Mijn prijs: een boeket en een fles wijn, waar – bleek me later thuis pas – twee cadeaucards aan hingen, een modern soort boekenbonnen, ter waarde van € 195!
In februari voor de preselectie Groot Nederlands Dictee (Davidsfonds) naar Hoogstraten (België), omdat Amsterdam als voorrondplaats is geschrapt en Hoogstraten van de 71 Belgische voorrondeplaatsen het dichtstbij is. Het is ook dichterbij dan ik dacht: ik vertrok om 6.12 uur en was er al vóór achten. het dictee begon om 9.00 uur. Er waren maar 3 specialisten (met wie ik nu mee moest doen) en 7 liefhebbens/amateurs, maar wel zo'n 200 jongeren! Ik werd tweede, achter Marc Joosen (die ooit van Joost Verheyen - "De Kannibaal van Paal" - heeft gewonnen!). Score: 79 (Marc 82).
Op 6 maart kreeg ik een uitnodiging voor de finale op 15 maart in Brussel. Die 79 was net genoeg.
In maart het 8e Groot Deventer dictee gewonnen! De hoofdprijs was een luxe vulpen à la die van het Groot Dictee in Den Haag, Aurora Ottantotto, € 298. Heb ik toch een reden om mijn naam te veranderen in 'van die Pen'! Ingrid was mee (zie foto).
In mei maar liefst twee dictees gewonnen: in Amerongen en in Mijnsheerenland.
In juli weer gewonnen, in Rotterdam. De cabaretière Sara Kroos (zie foto) was de voorlezer, wat ze heel leuk deed.