|
leids dictee
1993
|
Krappe budgetten zijn er in toenemende mate oorzaak van dat uit ’s Rijks financiën gesubsidieerde educatieve instellingen allerwegen curieuze en frivole paden bewandelen, teneinde de financiële armslag van het eigen instituut te vergroten. Men hoopt zodoende op adequate wijze een selectie te kunnen maken uit de almaar voortijlende stroom van onvermijdelijke of trendy leermiddelen ten behoeve van de diverse vak- en vormingsgebieden, die het activiteitenplan voorschrijft. Is het een choquerend perspectief als een louche, bijna failliete likeurgrossier zonder gêne als contraprestatie voor de financiële injectie van de schoolportemonnee van het educatieve instituut voor ambitieuze, niet uitgelote adolescenten eist, dat een jaarlijks, in de chicste periodieken geannonceerd bacchanaal dient te worden georganiseerd? De door de weldoener gefourneerde leermiddelen stellen de pupillen weliswaar in staat ruimschoots van allerlei modieuze ontwikkelingen te genieten, toch lijkt het geen idee-fixe te vermoeden dat door een exorbitante expansiedrang uitgangspunten en doelstellingen van de eens zelfstandig opererende instelling verdwijnen en is scepsis op zijn plaats als commerciële doelen pedagogische ideologieën beconcurreren en essentiële additionele taken gebagatelliseerd worden. Wie naast de dagelijkse taak ook didacticus, pedagoog, psycholoog en therapeut is, effectieve represailles tracht te creëren voor het ongedisciplineerd en excessief gechicaneer van indolente dommeriken, opruierige querulanten en tirannieke slechteriken, wie met geveinsde stoïcijnse berusting consciëntieus het larmoyante niveau van stagiaires probeert op te vijzelen en met malicieuze blik hun lethargische houding kapittelt, wie neuzen snuit, moeër wordende luie ogen afplakt, ambulancechauffeur is, hoofdluis rigoureus de kop indrukt, smeuïge fecaliën van kleuterbillen verwijdert, wie het labyrint van brochures, convenanten, nota’s, essays en ministeriële manoeuvres tracht te doorgronden, zich altruïstisch encanailleert met anti-dependance-adepten, graffititerroristen moet koeioneren en wie bij dit alles de veile glimlach van de filantroop voortdurend op de retina geëtst ziet, is behalve idealist, vooral leerkracht. Wie
nu denkt dat leerkrachten dromen van een numerus fixus en een van
overheidswege
strikt gereguleerde geboortenbeperking, teneinde
achterovergevlijd in een chaise-longue te kunnen genieten van een kopje
cafeïnevrije cappuccino, wie denkt dat leerkrachten klaaglijke
deuntjes fluiten om in het gevlij te komen van dubieuze critici, is
slecht geïnformeerd. Wie overtuigd is, dat het hier een intensieve,
gevarieerde en creatieve functie betreft, heeft zonder twijfel gelijk.
Wie daarentegen onverschillig blijft en meent het lerarenkorps voortdurend
en ten eeuwigen dage te moeten ondermijnen en te bespotten door telkenmale
dezelfde flauwiteiten te herkauwen, wie vervalt in een decennia oude
en zouteloze grap en dus de vraag stelt: “Waarom hebben docenten
eigenlijk van die lange vakanties”, moet, beste collegae en sympathisanten,
voor nu en altijd gepareerd worden met: “Waarom heeft een giraffe
een lange nek.” klik op de foto voor een vergroting
|