Datum |
16 november 2006 |
Locatie |
Stedelijk Museum, Hoogstraat 112-114, Schiedam |
Tekst |
Huib Boogert (redacteur De Telegraaf, winnaar van het 1e GSD) |
Voorlezer |
Victor de Coninck (Schiedammer, voormalig tv-presentator) |
Het gelijk van de Limburger
Rotterdam is in rep en roer. De havenbaronnen zijn zich het lazarus geschrokken van de kosmopolitische plannen om hun soevereine icoon, de haven, te degraderen tot een aanlegplaats voor pieremachochels.
Het doorgaans goedgeïnformeerde achtuurjournaal van gisteravond meldde, dat de bijdehante Schiedamse likeurstoker Bob Fontijne (fouten in deze naam waren toegestaan) haastje-repje de kleiige grond van het Westland volledig gaat afgraven om er de grootste exporthaven van de wereld aan te leggen.
Op de plaats waar vorig jaar nog de ortolanen en de haviken broedden, wil de maestro van de Schiedamse sterkedrank op kolossale hovercrafts zijn eigen kruidenbitters gaan verschepen, maar ook verse T-bonesteaks en ingevroren bizonvlees, uiteraard met inachtneming van alle milieueisen.
Vanmorgen werd zelfs in de lokale spelotheken en kindercrèches van Schiedam gesproken over Bobs mediaoptreden van de avond tevoren. Journalisten en paparazzifotografen reisden spoorslags af naar Schiedam en Bob werd uit-en-te-na gequoot.
In Rotterdam echter brak tezelfdertijd (ook: terzelfder tijd) de pleuris uit. De jongens van Jan de Witt zien hun haven daar kassiewijle gaan. Ze verslikten zich gisteravond voor de televisie dan ook
pats-boem in hun lauwwarme wienerschitzels van tafeltje-dek-je. Er braken à la minute epidemieën van eczeem en ischias uit. Hier en daar werden zelfs al symptomen vastgesteld van het creutzfeldt-jakobsyndroom.
Alom wordt in Rotterdam gevreesd, dat ’s werelds uitgebreidste haven zal verarmen tot een bassin voor fierljeppers en skûtsjesilers.
De Schiedammers trekken zich overigens bitter weinig aan van het geblèr en de pavlovreactie van de pietlutten uit Rotterdam. De bewierookte Bob Fontijne heeft volgens zijn plaatsgenoten de x-factor. Zijn gedurfd gecreëerde exercitie in het Westland getuigt huns inziens van koppiekoppie.
Daarom roepen ze hem enthousiast toe: schip ahoi!
Uitslag
1. Jacques Bettelheim, Koudekerke a/d Rijn (4 fouten)
2. Pieter van Diepen (6 fouten)
3. Bert Jansen, Bussum (9 fouten - winnaar 2e GSD)
Aantal deelnemers: 47.
Sponsoropbrengst: ruim € 6500,-
Gemiddeld aantal fouten: 27
Hoogste aantal fouten: 47
Mijn fouten:
pieremagoggel, speel-o-theken, patsboem, Tafeltje-dek-je, creutzfeld-jakobsyndroom en ahoy
Bijzonderheden
• speel-o-theken: Geen moment getwijfeld. Is het woord ooit zo begonnen?
• patsboem: Ik wist dat ik het een keer in een dictee was tegengekomen en ook dat ik het toen fout had. Niets geleerd. Ik dacht dat ik het toen (het was het GDNT van 1999) ten onrechte met een streepje had geschreven.
• Tafeltje-dek-je: Dat staat met een kleine letter t in het Groene Boekje en ja, ook de grote Van Dale zegt tafeltje-dek-je. Maar VD zegt nog méér: alleen in de verbinding (uitdrukking) het is er tafeltje-dek-je (betekenis: de maaltijden zijn er overvloedig) en het is er geen tafeltje-dek-je (betekenis: het is er vrij sober) of in de uitdrukking het was tafeltje-dek-je (betekenis: de tafel was gauw klaar). Was van die uitdrukkingen sprake? Nee! Het ging over “lauwwarme wienerschnitzels van Tafeltje-dek-je”. Let wel: ván Tafeltje-dek-je. Als dat niet op de organisatie duidt die ouderen van een eenvoudige doch gezonde maaltijd voorziet, dan eet ik mijn hoed op. Hoofdletter, dus. Toch? Google ‘tafeltje-dek-je’ en je krijgt, behalve hits van het gelijknamige sprookje, tal van plaatselijke stichtingen, en tafeltje met een hoofdletter T. Voorbeeld: “Als u deelneemt aan Tafeltje-dek-je, moet u minimaal één maand deelnemen.”
•
creutzfeld-jakobsyndroom: Van tevoren had Huib in een column gezegd dat hij één heel lang en heel moeilijk woord had gebruikt, waardoor niemand met 0 fouten naar huis zou gaan. Dat laatste klopte, maar niet door creutzfeldt-jakobsyndroom (het woord dat hij bedoelde). Jacques en Bert hadden het allebei goed. Ik was ervan overtuigd dat ik het óók goed had, maar de dt van creutzfeldt nekte me. Overigens kon je bij dit dictee maar één fout per woord maken, dus Kreutsveld Jacobssyndrome zou even erg zijn geweest.
•
ahoy: Ik dacht aan de hal in Rotterdam. Fout, het is ahoi. Ik vind dat ‘schip ahoi!’ eigenlijk tussen aanhalingstekens moet en dan natuurlijk schip met een hoofdletter: “Schip ahoi!”
• Bob Fonteijne: Ik had de eigennaam fout. Ik had nog niet eerder van de man gehoord.
•
tezelfdertijd: Ik had het aan elkaar en zonder r. De Coninck sprak het duidelijk zonder r uit (net zoals hij té nadrukkelijk lazárus zei, en pleurís, en ook de t in haastje-repje was te duidelijk hoorbaar).
|