p
i e t   v a n   d i e p e n      
     
   
amerongs dictee 2008
   
 
Datum 20 mei 2008
Locatie Stallerij herberg Den Rooden Leeuw, Amerongen
Tekst D. Pezarro
Voorlezer Herman de Roode

Dit dictee handelt over Amerongen. Eerst een summiere beschrijving van de situering van een en ander. Het dorp zelf ligt nog net op een uitloper van het geaccidenteerde deel van de Utrechtse Heuvelrug¹, waar zich de negenenzestig meter hoge Amerongse berg¹ bevindt. Overberg behoort bij de gemeente, maar ligt ten noorden van de stuwwal.
Het enigszins stedelijk karakter van Amerongen blijkt vooral uit de bebouwing rondom de in de middeleeuwen gestichte Andrieskerk, die de omgeving domineert dankzij de hoge op de Utrechtse Domtoren¹ geïnspireerde toren. Ook bevestigt natuurlijk het imposante kasteel de indruk dat ons dorp zich duidelijk onderscheidt van de voornamelijk agrarische vestigingen in de omgeving. Het interieur van het kasteel is alleszins de moeite van een bezichtiging waard; vooral de beroemde kabinetten in de grote zaal¹ of de fraaie porseleinen ovale schalen en de soepterrines van het achttiende-eeuwse wedgewoodservies² in de eetzaal zijn interessant.
De monumentale tabaksschuren typeren het landschap op de glooiingen van de Heuvelrug¹, die zelf weer een relict is uit de ijstijd. En tenslotte³ zijn er de uiterwaarden van de Rijn, die men overigens langzamerhand verandert in natuurgebied. Het kwelmoeras in de Bovenpolder¹ is enige jaren geleden al gerealiseerd en thans een waar eldorado voor zowel vogels als natuurliefhebbers. Er zijn nochtans mensen die er bezwaar tegen hebben, bevreesd als ze zijn voor muggenplagen en malaria-epidemieën.


Nu volgt een nieuwe alinea ter voltooiing van dit verraderlijke dictee. In de zomermaanden wordt duidelijk dat men als grotestadsbewoner de idyllische rust in en om ons dorp prefereert boven het lawaaiige leven in het soms door hen gehate westen van het land. Het grote aantal toeristen vormt het bewijs: hele karavanen arriveren bij tijd en wijle op de Margaretha Turnorlaan waar men de auto parkeert. Bevreesd voor diefstal of toegebrachte beschadiging hoeft men niet te zijn. Onbekommerd kan men zijn vehikel achterlaten, omdat geen rechtgeaarde Ameronger zich bekommert om de bezittingen van zijn medeschepselen. Wat een gezegend oord is dit toch! Dat vindt u natuurlijk ook, nietwaar?

Uitslag
1. Pieter van Diepen, Leiden (4 fouten, waarvan één door de jury over het hoofd gezien: Amerongse Berg, wedgewoodservies, de glooiingen van de heuvelrug, ten slotte)
2. ex aequo: Bert Jansen, Bussum (8 fouten, waarvan één door de jury over het hoofd gezien: Utrechtse heuvelrug, Utrechtse domtoren, Wedgewoodservies, de glooiingen van de heuvelrug, ten slotte, bovenpolder, el dorado, verradelijke)


Opmerkingen

¹
  Veel hoofdletterkwesties zijn arbitrair. Utrechtse Heuvelrug is de aardrijkskundige naam van de heuvelrug (en tevens de naam van de gemeente), maar heuvelrug kan hier ook als de soortnaam worden opgevat. Bij Utrechtse Domtoren idem: domtoren is ook een soortnaam (Groene Boekje, p. 305). Bij Amerongse berg juist andersom: kennelijk is berg hier als soortnaam beschouwd, maar het kan ook opgevat worden als het toponiem Amerongse Berg. De grote zaal in het kasteel heet Grote Zaal, maar de jury erkende dat het hier zowel als soortnaam als als eigennaam kon worden opgevat. Beide schrijfwijzen werden geaccepteerd. Voor Heuvelrug/heuvelrug in de derde alinea geldt hetzelfde als voor Utrechtse Heuvelrug/heuvelrug in de eerste alinea, zij het dat het minder voor de hand ligt er een eigennaam in te zien als Utrechtse er niet bij staat. Ook de bovenpolder kon als soortnaam worden opgevat, al komt het woord niet als lemma voor in het Groene Boekje, noch in Van Dale. Er zijn ook andere bovenpolders: de Bieslandse, de Wageningse, etc.

²  Een fout van de maker, van de jury én van mij: het is wedgwoodservies. Zonder e achter de g.


³  In deze context is ten slotte, los (letterlijk: tot besluit), de meest aangewezen schrijfwijze, al is tenslotte (figuurlijk: welbeschouwd) ook verdedigbaar.