v
a n d i e v a n v a n d i e p e n
       
jan de lieger
fouragehandelaar

De echte naam van Jan de Lieger was Jan Jong. Hij had de neiging zijn verhalen aardig aan te dikken. Iedereen wist dat en nam het allemaal met een korreltje zout. Het was ook niet zo kwaad bedoeld, anders zou hij wel Jan de Leugenaar geheten hebben. Dat niet-bestaande woord 'Lieger' had iets beminnelijks.

Tot voor zéér kort dacht Lia nog dat Jan de Lieger een soort fruithandelaar was. Hij bracht kistjes pruimen, kersen, bessen, kruisbessen. Maar dat was meer een verkooptruc. Hij was fouragehandelaar. Hij probeerde Pa veevoer en stro en dergelijke te verkopen en bracht dat kleinfruit mee als smeermiddel. (Voor zover ik me herinner, kwam hij uit De Bangert.)
Persoonlijk geloof ik dat de bessen niet alleen dienden om de handel wat gladder te laten verlopen, maar ook om Mam gunstig te stemmen. Volgens mij had hij een oogje op haar, hoewel Mam dat in alle toonaarden ontkent.

In ieder geval was het Jan de Lieger gelukt om een keer 's avonds bij ons thuis uitgenodigd te worden. Het begon al meteen goed. Bij binnenkomst gaven mijnheer en mevrouw Jong alle aanwezigen netjes een hand, in elk geval mevrouw Jong. Herman begroette ze (ongetwijfeld misleid door zijn lange haar) met een opgewekt "Jongedame". De onmiskenbaar mannelijke kolenschop die Herm haar toestak, maakte haar de blunder meteen duidelijk.

Na de koffie kwam er een borreltje op tafel. Jan had natuurlijk het hoogste woord. Aan sterke verhalen geen gebrek. Toen hij naar de wc ging, viel er een even een stilte. En toen sprak mevrouw Jong met een onschuldig gezicht de onvergetelijke woorden: "Hij ken toch zó jòkken!" Mam en Louise renden naar de keuken om het uit te proesten.