In
het VdvVD-blaadje schreef Nico de rubriek 'De komende en gaande man'
over allerlei mensen die vroeger bij ons langs de deur kwamen om
een boterham te verdienen. Sommigen wekelijks
of maandelijks, anderen onregelmatig. Sommigen voor het huishouden,
anderen voor de boerderij.
Hier zijn ze allemaal nog eens te lezen.
Heb jij herinneringen die in deze serie passen? Anekdotes over nog
niet genoemde personen of aanvullingen op geplaatste verhaaltjes? Geef
ze door, zodat ons collectieve geheugen zich steeds verder kan uitbreiden.
En dit was Nico's intro over de titel:
Thuis in Grosthuizen hadden wij allemaal
ons eigen bestek en ons eigen kopje. Het was haast ondenkbaar dat
je at
met iemand
anders
zijn
vork
en lepel.
Eigen borden hadden we niet, maar bij het gele California-bord
met de bakfout in de bodem (tweede keusje?) lag heel vaak Herms
bestek.
En iedereen probeerde het bord met de kippenpikkies (bescha-digingen
aan het glazuur aangebracht door kippensnavels toen dat het bord
in het kippenhok was gezet met een restje brinta) snel op andermans
plaats
te zetten.
Natuurlijk
hadden we ook enkele kopjes voor mensen die langs
de deur kwamen (middenstanders, handelaren, bezoekers), voor de gaande
en komende man dus.
De
brandstofhandelaar, of liever gezegd de peterolieboer, Piet Loef bracht
ons eens een nieuw voorraadje petroleum voor de 'peteroliestelletjes'.
Het was theetijd en Mam schonk ook voor hem in. Piet Loef had echter
haast en bedankte voor de thee. En denk nu maar niet dat iemand anders
dat kopje leeg wilde drinken. Uit een kopje voor de gaande en komende
man zeker - en nog wel één die bestemd was geweest voor
Piet Loef! Mooi niet.