p
i e t   v a n   d i e p e n      
       
   
ik herinner me ...
   
 

Ik herinner me de zonovergoten ijsvlakte van het IJsselmeer toen Nico en ik in de winter van 1962-1963 van Hoorn naar Edam schaatsten en terug. Op houten noren van Truus en combinoren van Niek. Overal koek-en-zopiestalletjes. Bij één kraam verkochten ze Smak en Smul, in verpakking die precies leek op Mars en Nuts. Later nooit meer gezien.

Ik herinner me dat het verschil tussen Dirk van Wonderen en Kees Korver was dat Dirk van Wonderen Raak reed en Kees Korver mis.

Ik herinner me de Hoornse kermis en de kraam met de paardenrennen. Je bewoog je paard door een draaischijf zo snel mogelijk rond te draaien, maar niet té snel, want dan klapte hij om en ging weer terug. Herm en ik waren daar goed in.

Ik herinner me dat een ei, met Pasen verstopt in de poederbus, een jaar later teruggevonden werd. Ik herinner me niet meer of het stonk.

Ik herinner me Karen Bosma uit Hobrede, vriendin van Alie Ooms. Ze had suikerziekte en kreeg complicaties bij een blindedarmontsteking. Ze ging zomaar dood. Het was net een paar weken uit.

Ik herinner me de show (en The Show) van de Dizzy Man’s Band, die we zelfs een keer tot in Rotterdam volgden.

Ik herinner me dat Dirk Zuidland zijn BMW soms pas stopte als de voorwielen al op de rand van het Nieuwland stonden.

Ik herinner me saté bij Judith.

Ik herinner me dat er opeens een slot op de dakkapeldeur zat, nadat ik eens langs die weg naar de weg was gegaan om even een vriendinnetje dat langskwam dag te zeggen. Mam dacht dat ik ertussenuit piepte en stond, in roze nachtgewaad, in de voordeur om me terug te roepen. 

Ik herinner me dat Truus ooit op soortgelijke wijze, maar dan door het raam achter in de kamer, het pand heeft verlaten om naar Niek te gaan.

Ik herinner me dat er in de groentijd met rode menie lul op Toms kale hoofd was geverfd.

Ik herinner me de Eeuwigelaan in Bergen, waar we bijna hadden gewoond. Nou ja, bijna...

Ik herinner me rector De Bie, die we Duppie noemden.

Ik herinner me mrs. Cook, lerares Engels in 1c. Ze heette eigenlijk juffrouw Van der Kuip en later tot ieders verrassing mevrouw Heideman. Herr Heideman gaf Duits.

Ik herinner me Loes de Nijs, die was blijven zitten en dus ouder was. Ze had dunne spillebenen en raar haar. Maar ik was zeer verliefd.

Ik herinner me mijn trots toen ik over een opvallende schakelketting van Loes de Nijs zei Rechtstreeks geïmporteerd uit de Krententuin en merkte dat zij, vooral zij, om mijn grapje lachte.

Ik herinner me meneer Willems die Frans gaf en opeens dood was.

Ik herinner me die pen, een grijze Talens vulpen, die ik kreeg aan het eind van 1c, voor het beste rapport van de klas.

Ik herinner me dat ik in de tweede klas, in een barak langs het spoor, niet meer verliefd was en dat ik dat maar een raar gevoel vond.

Ik herinner me pater Pennock voor Latijn in twee gym. Rector De Bie had beloofd dat wie een 10 voor Latijn op zijn rapport had, een stuk puimsteen uit Pompeji kreeg. Ik had een 10, het stuk puimsteen was zoek. Toen kreeg ik Klassiek Vademecum, dat ik nog altijd heb, stukgelezen door mijzelf en drie gymnasiumkinderen. Voorin staat Macte bona nota, Petre!

Ik herinner me dat ik in de derde verliefd werd op Loes Essen, maar ja, wie niet.

vervolg