Ik herinner me dat ik mijn vijfdeklasrapport ben gaan laten zien in het Kinderparadijs op het Grote Noord, en dat ik daarvoor iets kreeg. Maar ook dat er een stempel achterop was gezet. Meester Overman kwam daarna in de klas, liet alle kinderen met een ‘bezoedeld’ rapport voor de klas komen, op een rijtje, en gaf ze, ons, één voor één een draai om de oren. Ik was verbijsterd. Vooral omdat Pa en Mam daar niet tegen in opstand kwamen.
Ik herinner me Rikkietikkietambonosiramboharibaribuskiparipimpo en zijn broertje Ah Fu.
Ik herinner me Dinie Zoeloe, een indiaan die een rol speelde bij het kamp van het jongensgilde, en die gespeeld werd door juffrouw Groot.
Ik herinner me de zwart-witfilms bij het gilde, met zo’n bergkam waar dan opeens een hele rij indianen op staat. Stomme films, waar Toon Koning meeslepend commentaar bij gaf: Kijk uit, achter je!
Ik herinner me dat ik, op zolder bij Bontje, een dienblad maakte, met een rand van gevlochten pitriet. En dat ik dat dan met Sinterklaas aan mijn moeder kon geven. Ik begreep daar niks van. Ik was 10.
Ik herinner me Caro, het hondje dat we kregen van of via Niek Blank, de monsternemer. Hij rende soms mee naar school. Opsluiten in de schuur bij tante Bets hielp dan even. Later bleek hij een schapenjager. Dat kostte hem de kop.
Ik herinner me de overhaal, of nee, twee: één vlak bij Jaap en één bij het begin van De Goorn.
Ik herinner me Sientje Smal en zijn zak vol Biakspullen.
Ik herinner me dat ik als ik 80 jaar ben nog een gulden krijg van Jacob Delemarre.
Ik herinner me dat de vriendin van Siem Lakeman Riet Tiet heette.
Ik herinner me de dinsdagse koemarkt in Purmerend, met Pa mee. Of met ome Niek Wiersma, die midden tussen de koeien kantoor hield bij een bord met N. Wiersma, veepedicure.(1) Wij noemden dat gewoon potenopknapper.
Ik herinner me Jans knie en een vlijmscherp schoensmeerdoosje.
Ik herinner me Beekman en Beekman en het hennenpoepje. Ook Liefde in Peelland en Deze jongeman vond ik mooi. Maar Mijn kinderen eten turf was aan mij niet besteed. Daar stond te vaak beren van kinderen in. Storende herhaling. Als het nou nog apen van jongens waren...
Ik herinner me tante Afie, en Alie Groen, een uitstervend ras.
Ik herinner me dat ik met Tom ging fietsen. Vanaf huis gingen we afwisselend links- en rechtsaf en tot mijn verbazing waren we opeens bij oom Piet Smit in de Beemster. Ik denk dat Tom smokkelde.
Ik herinner me de taaikoeien na de Hoornse veemarkt.
Ik herinner me logeren met Herm bij Willem Ruiter in Alkmaar, waar Kees in de kost was. De voorstelling waar André van Duin mee doorbrak, met zijn bandrecorder. Het onbedaarlijke lachen van Willems vrouw, van wie ik me de naam niet meer herinner.(2)
Ik herinner me dat we in de kamer tafeltennisten, het netje schuin, omdat het tafelblad in het midden te dik was voor de klemmetjes.
Ik herinner me de wagenboet, met de vloer vol gereedschap en andere ijzeren dingen.
Ik herinner me de gezellige tl-verlichting. Af en toe moest je de starter een tik geven. Ik deed dat in de haast een keer springend. Dat heb ik geweten. De tl-buis kwam naar beneden, in gruzels.
Ik herinner me de spanning van bussietrap.
(1) Volgens reacties stond er op het bord hoorn- en hoefspecialist. Net zo te deftig.
(2) Herman herinnert zich niet alleen het lachen, maar ook de naam: Agaat.