p
i e t   v a n   d i e p e n      
   
   
de ogen van de koe
   
 

vier boerenzoons

 

 
   

haikoe

als kind de beelden
van het ophalen, melken
drukte op het bon


ik heb ze vervloekt
op het lyceum, als ik
weer aan de beurt was


melancholie toen
mijn vader ging stoppen en
later ook mijn broer


nu neotene
herinneringen, ik ben
dichter bij de koe

   
je molk al jong, een grote
emmer zelfgemaakt blok spanketting
verbazing, de koe at onverstoorbaar door
de ogen van een kind
 

zenuwen bij het verweiden
naar het land verderop langs de weg
alle kinderen bij open plekken, tuinen

het mooist is de hooitijd, eden
ruiters roken schelven
en tegen drieën zie je je moeder die het land
inkomt met een mand thee koek boterhammen

maar op school, huiswerk of niet, proefwerk of niet
melken ging voor, de lucht
die niet van je handen af te boenen was
een mengsel van melk en mest en dan in de klas

het gevoel in je maag als je vader
de trap op komt en je weet je bent aan de beurt
je houdt je slapend hopend dat
hij niet weet wie, een ander wakker maakt
mea culpa broertjes

in het weekend met je vrienden of erger nog
je vriendinnetje in het café en dan
tegen melkerstijd: jongens ik moet naar huis

ging je melken ging je voeren
mijn broer boer in de voerstreek
met diploma handmelken, mooier nog
dan mijn dansdiploma met lof

samen op laarzen door glooiend land
bagger en daarna
weer naar comfortabel kantoor
boer met stropdas, vaak met koeien
gekke koeien

achtergrondscherm van mijn pc: koe.bmp
jong nog, vaalwit, de oren zwart
charolais misschien, onhollands weiland
de tong ongegeneerd in een neusgat
zo’n screensaver! in, uit