Onze
mam en oma werd 3 maanden geleden in het ziekenhuis opgenomen, vreselijk
benauwd en zwak. Ze had vocht achter haar longen.
De volgende dag werden wij tot onze grote schrik gebeld: we moesten meteen
komen, mam raakte in coma en leek ons zomaar te ontglippen. Voor wij
allemaal gearriveerd waren, was ze al weer bijgekomen, maar de situatie
was heel ernstig. Mam had kanker, met uitzaaiingen onder andere naar
de longen. Haar werd aangeraden zich te laten bedienen als ze daar behoefte
aan had. De volgende dag waren we er weer met zijn allen en lag mam
stralend in haar bed toen zij het heilig oliesel ontving en wij om de
beurt bij haar kwamen om haar te vertellen hoeveel ze voor ons betekende:
een ontroerende gebeurtenis waar mam heel dankbaar voor was.
Hoewel mam erg geschrokken was van de diagnose had ze er eigenlijk meteen
vrede mee: ”Nou ja, ik ben bepaald niet in de wieg gestorven en
pa heeft wel lang genoeg gewacht.” Wij dachten haar te moeten
beschermen tegen te veel visite - helemaal verkeerd gedacht! Jan en allemaal
moest
opgetrommeld worden, mam wilde afscheid nemen van iedereen die ze liefhad
en dat waren er veel! Het was voor ons onwezenlijk, mam ging dood en
genoot, als een jarige job was ze het stralend middelpunt. Tussen
al het bezoek door las en herlas ze graag alle mooie kaarten en brieven
en lag ze herinneringen op te halen. Alleen maar mooie herinneringen,
zei ze steeds. Alle moeilijke dingen die er ook waren geweest en waar
ik gister tijdens de avondwake over vertelde, waren naar de achtergrond
geschoven. Niet vergeten, maar geaccepteerd als dingen die bij het
leven
horen. En als ze erover sprak, was ze tevreden over hoe ze er mee omgegaan
was en hoe ze haar gevormd hadden. En als wij bij haar waren, vertelde
ze graag waar ze aan had liggen denken. Zo trok haar leven aan haar
voorbij…..
Haar eerste jaren in de molen in Oudorp, waar ze veel te vroeg en veel
te klein geboren was (toen er nog geen couveuses waren), maar een vechter
bleek en hartstikke sterk. Haar schooljaren, haar mooie rapporten,
het gekke liedje dat ze wilde zingen voor pastoor, maar dat niet netjes
genoeg
was…. Dat ze van school moest toen ze 10 was om voor het huishouden
te zorgen en opa te helpen met melken. En dat opa er zo van genoot
dat zij altijd zong en als ze even stil was, riep: “Grietje,
ik hoor je niet!” Haar jaren als dienstmeid, vanaf haar 14de,
waarin zij 7 dagen per week moest werken en een halve dag vrij kreeg
om uren
naar
huis te fietsen, naar de kerk te gaan, wat eten bij opa en oma en weer
terug te fietsen…. De tijd van te dansen gaan met haar zussen
Han en Marie. Hoe ze pa ontmoette, die aanvankelijk geïnteresseerd
was in tante Marie, die zijn pakken te armoedig vond. Mam ging al een
hele
poos met hem voor ze er achter kwam dat hij echt haar wilde, zij dacht
dat hij zo hoopte Marie te krijgen! Hoe pa haar zei dat hij een lieve
moeder voor zijn kinderen zocht, wat zij heel mooi van hem vond (wij
weten allemaal dat het hem gelukt is, een lievere moeder konden wij
ons niet wensen).
Ze vertelde over de oude troep waarin terecht kwam, wat toen erg was,
maar waar ze nu om kon lachen. Dat ze het ook volhield dankzij tante
Truus, tante Jo en tante Luus, 3 schatten van schoonzussen die haar
tot veel steun zijn geweest. Hoe ze die tijd met 10 kleine kinderen
altijd
heeft gekoesterd. Anekdotes over die kleintjes: Thaam die zei een
vlieg op zijn in de naam van de vader te hebben, Gretha die tijdens
het eten
op haar stoel stond en “Bah, vieze kip!” riep, Lusan die
elke dag op pa zijn rug sliep als hij na het eten voorover op tafel
zijn dutje deed, Mariëtte die hen eerst zoveel zorgen gaf, maar
zoveel geluk in hun leven bracht. De ondeugende streken, de kleine
armpjes
om haar nek, kinderlijfjes in teiltjes, puur geluk waar mam geen genoeg
van kreeg en uren over kon vertellen.
Haar
vakanties met ome Jaap en tante Truus, de reizen naar Amerika,
de tijd dat ze in Scharwoude woonden
na de brand, waar de buurt tegen hun komst opzag (een katholiek
gezin met 7 kinderen!), maar waar ze het prima konden vinden met de
buren
die het allemaal jammer vonden toen ze weer terug naar Grosthuizen
gingen.
Pa heeft vroeger vaak gezegd dat hij zeker wist dat mam later gezegend
zou worden voor alle moeilijke tijden waar ze zich zo goed doorheen
sloeg en voor mam was dat helemaal uitgekomen: wat was ze immers gelukkig
met
haar kinderen, schoonkinderen en kleinkinderen die haar allemaal even
lief waren en die het zo goed met elkaar konden vinden. En wat had
ze nog mooie jaren gehad in haar huisje in Hoorn, wat had ze genoten
van
het bridgen, van het contact met zussen en schoonzussen, van het autorijden
tot ze over de 80 was, haar vakanties, wat had ze toch een mooi leven!
Natuurlijk heeft de dood van Lusan, nu 15 maanden geleden, haar ontzettend
aangegrepen. Hierna is ze niet meer de oude geweest. Maar zelfs
daarin zag ze positieve kanten: als ze dat niet had meegemaakt, had
ze immers
ook niet gezien hoe wij met elkaar voor Lusan zorgden en hoe Gretha
en Ed de kinderen van Lusan met liefde in hun gezin hebben opgenomen.
En
dit vervulde haar met een enorm gevoel van dankbaarheid.
Toen mam uit het ziekenhuis ontslagen werd kon niemand een prognose
geven van wat haar te wachten stond. Ze kon niet terug naar haar
eigen huisje,
maar wat voor plekje zou ze nu nodig hebben? Toen Co en Karin aanboden
dat ze bij hun mocht komen tot we meer duidelijkheid hadden zodat
we de tijd hadden om het even aan te zien, aarzelde mam geen moment:
ze
had het er immers een jaar eerder verschrikkelijk goed gehad! Dick
zijn kamer werd weer ontruimd en mam heeft weer heel dankbaar genoten
van
de goede zorgen en de gezelligheid. Ze was er graag gebleven, maar
voor de langere termijn moest er een andere oplossing komen en
dat ze plotseling
in de Rozenstate een appartement kon krijgen was prachtig. Een
ziekenhuisopname leek even roet in het eten te gooien, maar na 12 dagen
mocht ze weer naar huis. Het appartement werd omgetoverd tot een prachtig
huisje,
al haar eigen spullen konden mee en het was meteen weer helemaal
haar
plekje! De enige reden dat ze zich niet onmiddellijk helemaal thuis
voelde was dat ze het eigenlijk te mooi vond om waar te zijn. Dat
ze daar zulke
uitstekende verzorging zou krijgen had ze niet durven dromen.
Wat hadden we haar graag gegund dat ze hier nog een tijdje van het
leven zou kunnen genieten. Wat waren tante Truus en zij blij dat ze
weer zo
dicht bij elkaar kwamen te wonen.
Helaas, na een week moest ze afgelopen zondag naar het ziekenhuis.
Het leek aanvankelijk niet zo ernstig: maandag zou het vocht uit
haar buik
en longen weggehaald worden en dan zou ze wel weer opknappen. ’s
Nachts ging ze echter erg achteruit. Maandag werd haar verteld
dat het de dokter tegenviel hoe snel het vocht terug was en hoe
weinig profijt
mam had gehad van de vorige ingreep. Bovendien was haar conditie
sindsdien zo verslechterd dat een nieuwe ingreep haar leven misschien
slecht enkele weken
zou verlengen… Mam moest een keuze maken: weer
die nare drain erin voor een beetje uitstel of niets doen behalve
zuurstof
en
pijnbestrijding. Mam vond die keuze te moeilijk om meteen te maken:
ze moest niet aan een ingreep denken, maar ze kon ons toch niet
zomaar in
de steek laten? We zouden nog uit eten! Ze mocht er een dagje
over nadenken. Dit bleek niet meer nodig. Dinsdag was duidelijk
dat niets
meer zou baten,
mam was half comateus, haar toestand verslechterde met het uur.
Woensdagochtend is zij in haar slaap overleden. We zijn dankbaar
dat wij
allemaal de kans hebben gekregen om afscheid te nemen en dat zij
vredig mocht
inslapen.