v
a n d i e v a n v a n d i e p e n
       
 
mamories 6 -
elk jaar wat erbij  
 


ter gelegenheid van
de koperen bruiloft
26 oktober 1951
pa, Truus, Kees, Miny, Tom, mam
Piet, Jaap, Louise, Herman, Nico

Ja, dat was een zinnetje uit een lied bij onze zilveren bruiloft: "Elk jaar kwam er weer wat bij - gezin en boerderij". Dat klopt aardig als je naar de geboortejaren van de eerste serie kinderen kijkt. En dan zat er ook nog een miskraam tussen. Op 9 augustus 1944. Ik heb die datum zo goed onthouden omdat de dag erna Kitty Braas van tante Wiets en oom Niek geboren is. We hadden onze wieg aan hen uitgeleend, want ik wist helemaal niet dat ik weer in verwachting was. 's Morgens vroeg zat ik op de po en toen kwam het er zomaar uit. De ouders van Ton Groot, die toen even over huis waren, reageerden heel geschrokken.

Het was toch al een rare tijd toen: in het dorp was een heel stel Italiaanse en Duitse soldaten gestationeerd. Die moesten een heleboel paarden verzorgen die geconfisqueerd waren. Bij opa stonden ook paarden in de dars en er sliepen Italianen op de koegang, op de korte regel. Miny was erg bang voor Renato; die bedoelde het best goed, maar hij was wat luid van stem. Het hele dorp was een beetje in rep en roer. Meiden uit Hoorn kwamen de soldaten opzoeken - het was toch wat bijzonders.

Maar over die miskraam: volgens de dokter was ik drie maanden zwanger en alles zat erop en eraan. We waren er eigenlijk niet erg ontdaan over, omdat we er ook niet echt op ingesteld waren. Het was mazzel dat de nageboorte ook meteen meekwam. Ik ben wel nog lang slap geweest. Ze zeggen ook wel eens: "Van een missie heb je meer last dan van een wissie (een 'echte' geboorte)." De dokter heeft ons daarna geadviseerd het rustig aan te doen met kinderen krijgen, maar dat kon hij mooi zeggen - van de kerk mocht dit niet en mocht dat niet, enkel periodieke onthouding. Maar mijn menstruatie was hartstikke onregelmatig! Dus wat moet je? Je dacht er wel om, maar dat gaf niks.

Die foto hiernaast moet in 1946 genomen zijn en aan de bomen te zien kan het best augustus geweest zijn, dus misschien toen Jaap één jaar werd. Wat staan de jongens stoer met beide handen in de zakken, hè? Kees heeft een echte 'vaderse' broek aan, zo eentje met een split vóór. Die heeft tante Lien nog gemaakt van een postjas.

Hoe het was met allemaal kleine kinderen, daar kan ik eigenlijk weinig over zeggen. Ze gingen 's ochtends al om half acht met het stikkenbuultje de deur uit en het was wel vijf uur voor ze weer thuis waren. Want de oudsten gingen lopend naar de school in De Goorn. Truus heeft nooit alleen hoeven lopen, hoor. Jacob Delemarre ging ook en Toos Smal en nog wat Brasies. En toen Kees vier geworden was, liep ie de volgende dag ook meteen mee. Het was een hele sliert. Er is wel een periode geweest dat ze een eind mee konden met de melkrijder. Op een gegeven moment zijn ze natuurlijk gaan fietsen. Op Eerste Vrijdag reden we wel eens achter ze aan, als pa en ik naar de kerk gingen. Het was maar goed dat we dat niet elke dag deden, want je hield je hart vast: zulke engerds! Onze kinderen waren trouwens toch stoetels met fietsen. Volgens mij kwam dat doordat we geen autoped hadden. Dat wou pa absoluut niet hebben. Hij kon al zo tieren als er van buurkinderen "weer zo'n kreng in het pad lag".

Er gebeurde niet veel bijzonders, ook niet met ziekten of zo. Truus heeft heel erg de mazelen gehad, maar de rest was heel gewoon.
Piet is eens uit de pisboom gevallen. Hij was puur van slag en de dokter heeft een paar uur beneden gezeten voor het geval dat. Daar namen ze vroeger nog de tijd voor. Hij zat rustig een sigaartje te roken. Nee, toen had Piet niet zijn arm gebroken; dat is een andere keer gebeurd. Hij was op het schoolplein aan het krijten en toen viel er een jongen bovenop hem. We waren in eerste instantie heel blij dat ie uit het ziekenhuis direct mee naar huis mocht. Hoefde je daar niet almaar heen te vlorten. Later bleek dat de verzekering alleen uitkeerde als Piet er een nacht zou zijn gebleven. Pa was woest: "Al die jaren voor niks betalen en als er dan eens iets is, hebben ze nog een smoes." Hij zegde de verzekering meteen op. Wat die agent ook probeerde (hij wilde zelf de rekening wel betalen), pa was niet te vermurwen. Toen zijn we een tijdje onverzekerd geweest, maar niet zo heel lang, want ik werd er vreselijk onrustig van: alle nachten voelde ik wat!

Herman is ooit aangereden door een auto. Joop ten Dam, die toen knecht was bij oom Piet Smit, kwam het vertellen. Ik vroeg nog of ie zeker wist dat het er eentje van ons was, want ik had nog niemand gemist. Herm zat onder de schrammen, maar hij had niks ernstigs. Toen de dokter de dag erna kwam kijken, moesten we hem bar zoeken. Hij was al weer bij de hooiberg aan het spelen.

Zo is het ook eens gegaan met Jan. Pa en ik werden bij tante Dien en oom Theo vandaan gehaald, omdat Jan een ongeluk had gehad. Met hem was niks aan de hand, maar de gastdag was mooi naar de knoppen.
Jan had trouwens wel een paar keer rarigheid waardoor ie echt in het ziekenhuis terecht kwam, dat zal iedereen nog wel weten. Hij viel met zijn knie zo in een schoensmeerdoosje dat er een keurig rondje werd uitgekerfd. Ook is ie van een wagen met witte kolen afgevallen en onder een wiel terechtgekomen. In het ziekenhuis schaamde hij zich vreselijk voor zijn vieze oude kleren. Toen Jan op de middelbare school zat, kreeg hij last van nierstenen. Dat was heel pijnlijk. Hij moest erg veel drinken; alle soorten ranja en frisdrank, want volgens een zuster was "water voor de kikkers". Daarvóór had ie schijnbaar te weinig gedronken; hij lustte ook nog geen koffie toen.
Hij kon er vanzelf allemaal niks aan doen, maar het was een beetje een brokkenpiloot. In het algemeen was ie het pispaaltje. Hij jankte gauw, dus werd ie veel gepest. Het zal ook wel een opgaaf geweest zijn dat ie de kleinste was van een rijtje jongens.

 
 

Jaap, mam
Tom, Truus, Miny, Kees
zomer 1946


Miny, Jaap, pa, Kees, Tom,
Truus, mam, Louise

Jan onder de erepoort
bij thuiskomst uit het ziekenhuis