v
a n d i e v a n v a n d i e p e n
       
 
mamories 4 -
de eerste kinderen  
 

mobilisatie 1939
pa, oom Jan Ruyter, Piet Koomen

Eind augustus 1939 moest pa onder dienst vanwege de mobilisatie. Dat was best akelig, vooral omdat je niet wist hoe lang het zou duren. Het bedrijf moest onderhand natuurlijk gewoon doorgaan. Oom Herman, die anderhalf jaar jonger was dan pa en gewoon thuis woonde bij opa, heeft het meeste werk gedaan.

Ik was al in verwachting van Truus en als we 's morgens met het roeibootje te melken gingen naar de koeien achter in het land, hing ik vaak over de rand te spugen. "Ga je weer vissies voeren?", vroeg ie dan. Ik had er een barre hekel aan - zo'n jonge knul en wat wisten ze vroeger? Pa had nog nooit maandverband gezien. Er was bij hen thuis immers geen moeder, dus zulks werd allemaal verstopt.

De laatste maanden van mijn zwangerschap kwam tante Bets in huis. Die werd in februari 15 jaar. Omdat er niet echt veel te doen was en zij ook wel wat wou verdienen, is ze een keer om een dienstje uit geweest, bij Hikkerdekik halverwege het dorp. Ik weet niet waarom die man zo werd genoemd; hij heette eigenlijk Knijn. Ik ben met tante Bets mee geweest en op de terugweg hebben we allebei staan kotsen, omdat ie zo vreselijk rochelde en dan een blikje (Albert Heijn's fijnste keukensiroop) gebruikte als kwispedoor. Bets hoefde het dienstje niet en we hebben het heel gezellig gehad samen. 's Ochtends onder het brood eten zaten we al te kaarten.

Op 1 maart zouden we nog met de kerkbus naar de mis gaan voor Eerste Vrijdag, maar 's nachts kreeg ik verschrikkelijke pijn in mijn buik. Tante Bets bracht me almaar pepermuntjes. Ze wou steeds naar opa toe, maar ik liet haar wachten tot ze daar om 5 uur toch al zouden opstaan. Toen is ze op het fietsie naar opoe Pater gegaan, die zou komen bakeren, en naar dokter Bloem in Spierdijk. Ze belde daar aan en riep: "Of u bij onze Geer wil komen, want die is hartstikke ziek!"
Opa dacht dat het nog de hele dag kon duren, maar om half acht was Truus er. En om half 12 was pa ook al thuis uit Veenendaal/De Klomp. Hij zat in de kerk toen ie het bericht kreeg; hij was mans koorzanger met Theo van Vliet. De soldaatjes leken wel verwonderd dat ie een dochter had - dat hadden ze bepaald niet van hem verwacht. Na een week moest ie weer terug.

Daarna werd het al best gauw echt oorlog. Dat was een nare spannende tijd, heel alleen allebei. En toen pa eindelijk weer thuis kwam, was ik er niet! Op 14 mei was namelijk mijn vader jarig. Ik zie me nog gaan, met de bus naar De Goorn, tot de hoek van de Ontmoeting. De baby op de arm en een grote tas met luiers in de andere hand. De moeder van Tiny Meester kwam nog haar huis uit om te vragen of ik haar kinderwagen wou lenen, maar ik was te groos om dat aan te nemen en liep 'dat stukkie' over de Zuidspierdijkerweg wel even. Helemaal kapot was ik. Simon Laan zou me terug brengen, maar die kwam niet opdagen. Vast vergeten door de consternatie van de capitulatie. Ik bleef dus slapen. Net toen kwam pa aan! Heeft ie midden in de nacht bij opa op het raam staan tikken en kreeg ie te horen dat zijn vrouw naar haar vader toe was. Toen we 's morgens op het Zuidje zaten te eten en er een fietser voorbij kwam, zei ik nog: "Je zou bijna denken dat dat Jaap was, maar dat kan vanzelf niet." Hij was samen met Gijs de Vries uit Berkhout helemaal op de fiets van Veenendaal gekomen. Onderweg hadden mensen hen burgerkleren gegeven: pa had een donkerblauw pak en een rood truitje aan.
Daags erna moest ie zich in Hoorn melden. Toen kreeg ie een nieuw soldatenpak en moest ie overdag daar komen, maar 's avonds was ie dan weer thuis. Een hele verbetering.

Als eerste huwelijksjaar was het niet zo'n mooie periode. In het hele land was de boel in de war. Zelf was ik eerst ook niet zo blij dat ik al zo snel in verwachting was. Ik had liever een paar jaar met z'n tweetjes gehad.
Toen tante Luus ook een kind bleek te krijgen, vond ik het al weer gauw leuk. En zo ging het vroeger toch ook meer. Toen tante Jo na drie jaar nog niet zwanger was, praatte ze al tegen Kees en Luus van Diepen als 'wij mensen zonder kinderen'. Je ging toen pas na 6, 7 maanden naar de dokter. Die onderzocht je en als er niks bijzonders was, zag ie je weer bij de bevalling.

Daarom was het ook niet zo gek dat ik nog bij Bloem was. Dat bleef ik ook de tweede keer. Toen ging oom Piet van Diepen samen met Jaap van der Hulst om de dokter uit. Die zijn eerst nog rustig een geit gaan kopen, dus voordat de dokter kwam, lag Kees al in de wieg. Opoe Pater deed een beetje boos, maar Bloem zei dat ie meteen vertrokken was toen de jongens kwamen. Opoe was vooral chagrijnig omdat de baby weer helemaal uitgekleed moest worden voor onderzoek. Ze had heel veel ervaring met bevallingen, maar het was natuurlijk wel zijn verantwoordelijkheid.

Opoe bleef veertien dagen dag en nacht. De eerste keer vond ik het heel erg toen ze weg ging. In die tijd mocht je pas de achtste of negende dag een beetje bengelen. Later ben ik die kraamweken als een vakantie gaan beschouwen. Alleen de derde dag was vervelend doordat je borsten dan zo zwollen.

Met Miny hebben we een rommelige kraamtijd gehad door een misverstand met opoe. Op 17 juni trouwde tante Wiets. Wij hadden begrepen dat opoe gewoon zou bakeren en dat -als de baby er op de bruiloftsdatum al zou zijn- nicht Agatha Smit een dagje zou komen. Voor de securigheid hadden we buurvrouw Kuiper gevraagd als reserve bij de bevalling. Toen de weeën begonnen, ging pa naar Spierdijk. Kwam ie terug met de mededeling dat opoe niet kwam. Ik dacht nog: "Dan zal het wel weer overgaan." Maar Miny zette door. Het ging een beetje lummelig, maar alles is evengoed weer goed gekomen.

 

Tante Bets


Truus 1940


Kees 1941


Truus, mam, Miny, pa, Kees
1943


Truus, Miny, Kees
later in 1943