v
a n d i e v a n v a n d i e p e n
         
avondwake op 13 februari 1995
inleiding
door tante Mien
 
In de naam van de Vader, de Zoon en de Helige Geest. Dat de genade en vrede van onze Heer en de toorts van de Heilige Geest met ons mogen zijn.
Aan de vooravond van de uitvaart van Jaap van Diepen willen wij met elkaar waken en bidden.
Welkom Geer, kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, familie en verdere aanwezigen, die op de een of andere manier met de heer Jaap van Diepen verbonden waren.
Wij willen in deze avondwake samen bidden en stilstaan bij wat voor plaats Jaap in zijn grote gezin en in ons leven had. Een liefhebbende en trouwe echtgenoot, een goede begripvolle vader en een meelevende opa.

Het afscheid is ondanks de 80 jaren die Jaap in ons midden heeft geleefd, niet gemakkelijk. En daarom is het goed om allen die achterblijven, vooral zijn vrouw Geer, te steunen en bij te staan.
Sterven is zo definitief. Ook al zie je het aankomen, je schrikt. Het is toch je man, je vader, je opa. Wat zal het leeg zijn zonder hem en toch moeten we allemaal weer verder, ook jij Geer, natuurlijk met de stun van jullie kinderen.
Het ziekbed heeft nog geen drie weken geduurd. Zelf snapte Jaap er niets van. Zijn woorden: "Ik begrijp het niet. Ik was toch zo sterk en kon alles. En nu kan ik niets meer." Het waren de laatste weken van zijn werkzame leven. Hij mocht gaan naar zijn Heer, die Jaap zijn leven lang had gediend, in het volle vertrouwen in een gelukkig leven na de dood.

Op 26 april 1939 trouwden Jaap en Geer. Ze gingen wonen in Grosthuizen. Als veehouder was Jaap werkzaam, maar hij moest al heel gauw het land gaan dienen: mobilisatie, oorlog. Gelukkig kwam hij weer heel en gezond thuis. Het gezinsleven was begonnen. Dertien kinderen werden er in de loop der jaren geboren en grootgebracht, met alle voor- en tegenspoed. Nu hij in bijna 56 jaar huwelijkse trouw in alles zo goed mogelijk gediend heeft, nemen we voorgoed afscheid van een goed en rechtvaardig mens.

In zijn oordeel was Jaap niet altijd gemakkelijk. Zijn uitspraken waren kort en bondig. Het was een man van weinig woorden, maar op de bres voor een mens in nood. Ruzie en onenigheid kon hij niet verwerken, maar geschillen bijleggen werd door Jaap bezegeld met een stevige handdruk en een omhelzing.

Begrijpen kunnen we het niet. Het is stil geworden, zijn hart en handen liggen stil. Er is een leegte, een groot verdriet. Maar laten we ook dankbaar zijn voor alles wat hij voor ons heeft gedaan en betekend. Laten we hem zo in herinnering houden, vandaag, morgen, maar ook in de toekomst ...