|
|||||||||||||||||||||||
avondwake
op 13 februari 1995
herinneringen door miny |
Lieve Pa, nu we hier bij elkaar gekomen zijn om jou te gedenken, wil ik graag mij persoonlijke bijdrage leveren. Wat is er veel veranderd sinds ik kind was. Wat heb je gezwoegd, in een veeschuur waar alles nog met de hand moest gebeuren: niet alleen het melken, maar ook het voeren en het mest scheppen. En de koeien kregen water uit emmers die eerst volgepompt moesten worden. Mag je dan vloeken als zo'n koebeest haar emmer ijskoud water omstoot? Maar het werk in de stal onderbrak je altijd even om melk binnen te brengen. Daar zaten wij als klein kind op te wachten. Je pakte ons dan om beurten bij de handen en we mochten tegen je lijf op lopen zo hoog we durfden. Met jouw hulp maakten we dan een duikeling. Als de koeien 's zomers achter in het land graasden, roeide je daarheen om te melken. Een doodenkele keer mochten we 's middags mee. Dat was een feest, ook al moesten we helemaal naar huis teruglopen. Voor jij klaar was met je werk moesten we immers al lang in bed liggen? "Leven
en laten leven." Dat kon je goed. Mam vond wel eens
dat we in de kamer te veel leven maakten als zij in de keuken bezig was.
Jij kon er rustig doorheen lezen. Als het mam te bar werd, kwam ze de
kamer binnenstormen. "Zeg er toch eens wat van, Jaap. Het benne
toch ook jouw jô's!" Verbaasd keek je op uit je boek of de
krant en je snapte niet waar mam zo'n drukte om maakte. Vakantie was er vroeger niet bij. De kinderen uit de buurt waren al
jaloers omdat wij een keer per jaar naar Bergen aan Zee fietsten. En
heel soms gingen we met de bus naar Artis. Je was niet verbaasd toen de dokter je vertelde dat je niet meer kon genezen. Toen wilde je alleen nog maar naar huis. Zondagavond in het ziekenhuis vroeg je ons of we goed voor mam wilden zorgen. Het was niet moeilijk om je dat te beloven. Je zei ook dat je hoopte dat we geen ruzie zouden maken als je er niet meer zou zijn. Daarop kon ik alleen maar zeggen dat we dat in elk geval niet van plan zijn. Daar had je vrede mee. Wat was je hulpeloos die laatste paar dagen thuis. Wat waren we blij
dat we je te drinken konden geven als je daarom vroeg. Nu kun je naar
ons kijken zonder de last van een lichaam dat niet meer wil. Ik geloof
dat je ons ook vanuit die andere wereld, waarin je nu wel bent aangekomen,
zult bemoedigen, steunen, op goede gedachten brengen. Bedankt voor je
geweldige voorbeeld. |