|
|||||||||||||||||||||||
mamories
3 - |
verkering en trouwen | ||
|
Ik
kreeg verkering met pa op de Zuid-Spierdijker kermis in de zomer van
1936. Iemand had al aan me gevraagd of ik die avond met hem naar een
bruiloft wilde en later vroeg een jongen nog of ik wou dansen, maar
daar had ik allemaal geen zin in. Maar toen pa vroeg of ik mee ging
in de cakewalk, zei ik graag ja. Ik had al een beetje een oogje op
hem. In die tijd was ik vriendin met tante Luus, zijn oudste zus. Maar
eigenlijk had ik al voordat ik ook maar wist wie hij was, gewoon als
ie langs fietste of bij het lof, gedacht: "Dat lijkt me nou een
leuke jongen." Op mijn achttiende verjaardag is ie voor het eerst
bij ons thuis geweest. Met medewerking van tante Luus: die had mooi
zijn pak klaargelegd zodat ie na het melken meteen weg kon.
Er
was nog wel een probleempje met onze verkering: pa had al een
meisje. Bets Doodeman uit
Zwaagdijk. Dat heeft ie meteen eerlijk verteld. Hij mocht daar
maar eens in de veertien dagen komen, dus die andere zondag
waren wij samen. Pa had het er verschrikkelijk moeilijk mee.
Ik accepteerde het eigenlijk gewoon; als het zo was, dan was
het zo. Ik vond haar erg mooi, groot en knap, echt een dame
- ik was maar een schriel meisje. Uiteindelijk vond pa haar
toch te serieus (één zoentje bij het naar huis
brengen en dan wegwezen) en maakte hij het uit. Ik zoende bepaald
lekkerder. Toen we ons op mijn verjaardag in 1938 wilden verloven, vond opa Van Diepen dat we dan in het voorjaar ook maar moesten trouwen. Ik vond het wel een goed idee: waarom eigenlijk niet? Naast de boerderij van opa stond het werkmanshuisje al een hele tijd leeg. Toen pa en daarna oom Herman van school kwamen, was de werkman de deur uit gedaan. Er heeft nog wel een Bron in gewoond, maar die is geëmigreerd. Het laatste jaar werd het huisje gebruikt om gladiolenbollen in te drogen. Toen is er nog eens brand geweest. Als dat nou een beetje doorgezet had, hadden we misschien niet zo'n klein huisje gehad... Ik heb met kerst mijn dienst
opgezegd en ben mijn uitzet gaan naaien: lakens, slopen, hemden,
onderjurken, nachtponnen. Dat was mijn kapitaal, want verder
had ik niet kunnen sparen omdat ik mijn loon thuis afgaf. Mijn uitzet maakte ik onder
leiding van tante Mien. Dat was een echte naaister, daar had
ze thuis een apart kamertje voor, bij de koestal. Zij heeft
ook mijn bruidsjurk, bruidsmantel en trouwjurk genaaid. In
die tijd gingen bruid en bruidegom in de drie weken voor hun
huwelijk alle familieleden langs, vaak ook met de ouders erbij.
Dan werd je voor een avond of een middag of een hele dag ergens
uitgenodigd: of je dan en dan nog vrij was. Ik vraag me nu
af hoe dat georganiseerd werd, want er was nog geen telefoon
toen. Voor de wet zijn we al op 20 april getrouwd, op donderdag kon dat gratis. Het stelde ook niks voor. Ik was het huisje aan het schoonmaken en pa was op de boerderij bezig. 's Middags reden we naar het gemeentehuis in Berkhout. We trouwden en gingen daarna weer gewoon aan het werk. Waarom het trouwen voor de kerk niet ook op die dag was, weet ik niet. Misschien kwam die datum Heerom niet goed uit. Want we zijn getrouwd door de broer van opa, die pastoor was in Zandvoort. Met twee bruidsparen, ook tante Luus en oom Jan Delemarre. Van de huwelijksdag zelf herinner ik me niet veel meer. Bijvoorbeeld niet hoe we naar de kerk toe gingen toen pa me op het Zuidje afgehaald had. Met een koets, of een auto, of paard en wagen, of met de fiets? Wel weet ik nog dat mijn vader en moeder, broers en zusjes naar een vroege mis waren. Waarom die al extra naar de kerk gingen? Misschien zouden ze anders te lang nuchter moeten blijven. Want je mocht vroeger voor de mis niks eten of drinken. Dat was vaak een opgaaf, hoor. Het was al een hele verbetering toen het geoorloofd was om vooraf water te drinken. Hoe dan ook, ik was 's morgens alleen thuis en toen brak er een pink los in de koestal. Ik heb gauw de buurjongen, Piet Schipper, erbij gehaald - het was een hele consternatie. De bruiloft mocht maar tot 11
uur 's avonds duren, omdat we in de rouw waren van opa Van
der Hulst. Daar zit ook nog een verhaal aan vast: eind januari
zou pa op een avond vertellen of ons huwelijk echt door kon
gaan, want dan ging ik een naaimachine kopen. Ik had er in
Hoorn al een uitgezocht; ze zouden 'm voor me vasthouden. En
toen kwam pa helemaal niet! Wat moest ik nou gaan zeggen in
die winkel? De volgende dag hoorde ik dat zijn grootvader overleden
was. |
||
mam 1937 |
|||
pa 1937 |
|||