|
voor merel, iris, gijs en bram |
bladerentapijt de iris bloeit weer roodkoperen haar voel jij hoeveel troost |
De haiku voor Merel is geleend uit een eerder kwartet van april 1988: | |||
vier
jaargetijden maanlicht sijpelt door een neerdwarrelend gordijn van gebroken wit het is nog nat maar lichtgroen begint overal toch door te breken als de lucht trilt laat een eendagsbloem verslagen haar kopje hangen bladerentapijt een late merel zoekt daar zijn kostje tussen |
En de oorspronkelijke versie was een tanka voor een special over Japanse poëzie in februari 1988: | ||
bladerentapijt een late merel zoekt daar zijn kostje tussen merel mooie merel zing je avondzang straks voor mij |