Datum |
21 maart 2009 |
Locatie |
Vlaams Parlement, Brussel |
Tekst |
Rob Rondou |
De
categorieën ‘liefhebbers’ en ‘specialisten’ zaten
door elkaar en kregen hetzelfde verhaal voorgelezen. Maar we hadden
verschillende blaadjes. Een groot deel van de tekst stond
daar al op. Alleen de moeilijkste woorden waren weggelaten.
De liefhebbers moesten
de woorden invullen die hieronder cursief staan, de specialisten de vetgedrukte woorden
en iedereen de woorden die zowel vet als cursief zijn.
Een kristallen pentakaidecaloog
0 <<Welkom op de jaarlijkse hoogdag van spellend Vlaanderen en Nederland.
Stuk voor stuk hebt u – ach nee, we gaan elkaar niet vousvoyeren – hebben jullie zich op
Valentijnsdag verzekerd van een felbegeerd zitje in deze bezielende residentie van de
Vlaamse legislatuur.
Dankzij onze amfitryon kan deze lichtelijk uit zijn voegen gebarsten spellingbee alweer
plaatsvinden in het chique decor van een locatie die bijwijlen inspireert tot indrukwekkende
daden. Mogen ook de lentegodinnen Flora, Chloris en Eostrae ertoe bijdragen dat elk van
jullie vanavond met een voldaan gevoel huiswaarts keert. En mocht je sympathiseren met de
wicca’s, wend je dan tot lente-eveningsgodin Ariadne.
Aangezien dit de vijftiende editie is van de grote finale – zoals overigens manifest uit de titel
blijkt –, willen we vandaag een ode brengen aan het verschijnsel “dictee”. Dat doen we door
vijftien mensen aan het woord te laten die hun licht zullen laten schijnen op dat
merkwaardige fenomeen.>>
1 <<We bijten de spits af met een succinct wetenschappelijk essaytje: de eminente neuroloog O.S.
uit W. buigt zich over de wijze waarop ons brein een dicteeopdracht tackelt.>>
Ik wil het even hebben over twee hersenstructuren die onontbeerlijk zijn voor het
vermogen tot excellente dicteeprestaties.
Omwille van dicteetechnische redenen die mij ten enenmale ontgaan, mag ik die twee
hoogtechnologische breindelen maar één keer vernoemen. Didactisch compleet
onverantwoord, maar soit.
Vooreerst dit: naast adequate zintuigcentra zijn aandacht, belangstelling en motivatie conditiones sine qua non voor een efficiënte opslag in het langetermijngeheugen.
In het mediale vlak van beide slaapkwabben bevindt zich de hippocampus. Het bovenste
gekromde deel daarvan is de ammonshoorn / ammonshoren, waarvan de schors vooral
piramidecellen bevat. Ik ga nu even voorbij aan het feit dat diverse neurotransmitters –
zoals acetylcholine, dopamine, serotonine en noradrenaline – via afferente vezels en
synaptische circuits de bovenvermelde structuur binnendringen.
Dit “zeepaardje” is een van de weinige hersendelen waar voortdurend nieuwe neuronen
worden gevormd. Dat zijn meestal geen blijvertjes, behalve als er veel wordt geleerd en
geoefend…
Een tweede hersengebied dat, net als de hierboven besproken structuur en de
hypothalamus, deel uitmaakt van het limbisch systeem, is de amygdala. Deze is van levensbelang voor de emotionele component van het geheugen, wat als een paal boven
water staat na het bestuderen van elektroshocktherapie, van de gevolgen van laesies en
van de print-outs van MRI-scans.
Geen wonder dat beide cerebrale zones vaak als eerste worden aangetast bij alzheimerpatiënten.
2 <<Tijd voor een kort maar krachtig betoog van een fervent dissident. Witte ridder K.D.W. uit Z.
heeft er enkele jaren geleden bewust de brui aan gegeven.>>
Een aantal aanwezigen kent me ongetwijfeld nog. Jarenlang heb ik er – met wisselend succes – veel aan gedaan om de Specialistenfinale te halen. Welnu, ik heb afgehaakt. Ik
beschouw mezelf als een van de vele echte taalliefhebbers die er na de recentste twee
spellingwijzigingen bekaaid afkomen: de manier waarop de ivorentorenheersers van de
Nederlandse Taalunie de mening en het fiat van de gewone taalgebruiker aan hun hemdsslip vegen, choqueert mij mateloos.
Neen, dit is geen j’accuse tegen de regelmakers en hun gedweeë paladijnen, enkel de verzuchting van een rasechte taalminnaar die schabouwelijk tekortgedaan wordt. Maar,
geachte finalisten, ik wens elk van jullie het allerbeste: uiteindelijk delen we toch dezelfde
passie voor onze wonderschone taal, niet?
3 <<Schrijvers nemen zelden deel aan dicteewedstrijden. Begrijpelijk, want als ze winnen, is dat
de logica zelve; delven ze het onderspit, dan worden ze spijkerhard verguisd. Het woord is
aan T.L. uit A.>>
Voor zover ik dat als enthousiast ervaringsdeskundige en ware fan van het Afrikaans kan
beoordelen, riskeer je reputatiegewijs in mijn vak veel minder als deelnemer aan het
Groot Kaaps Dictee dan aan de gerenommeerde pendant van het Davidsfonds. Door het
eeuwenlange isolement van de taal en de voortdurende creatieve inspanningen om haar
te vrijwaren van vreemde invloeden, samen met de vrij eenvoudige regels voor
verbuigingen – flexies of inflecties dus – en vervoegingen, kent het Afrikaans, dat
vroeger Kaaps-Hollands werd genoemd, veel minder valkuilen en controverses dan zijn grote broer, het almaar verder geëvolueerde Nederlands. Langzamerhand bevrijdt deze
ietwat gefossiliseerd aandoende archaïsche taal zich van de associatie met het
mensonterende apartheidsregime. Het ANC, met fantastische coryfeeën als Steve Biko
en Nelson Mandela, heeft het mogelijk gemaakt dat ik vandaag met trots mag zeggen dat
ik van die taal hou, net als van dat reusachtige land trouwens. Sterker nog, ik krijg de
tranen in mijn ogen bij het aanhoren van het prachtige “Nkosi sikeleli Afrika”, waarvan
een deel in het Xhosa is geschreven.
Dat was niet echt een antwoord op je vraag, maar ik moest dit ei effe kwijt.
4 <<Het dicteewereldje – zeker de top ervan – is een mannenbastion, daar is jammer genoeg
geen tittel of jota van gelogen, tot ergernis van wie graag ergens tegenin gaat, zoals M.D.R.
uit L., een belezen vrouw die gruwt van competitief haantjesgedrag.>>
Hoe het komt dat mannen excelleren in het dicteemilieu? Ik wil daar niet veel woorden
aan vuilmaken, het antwoord is immers zonneklaar. De meeste vrouwen die van taal
houden, zijn – hun onevenredig hoge aandeel in de huishoudelijke taken nog daargelaten – echt niet bezig met taalquizzen of dictees: zij lezen gewoon boeken.
Feministes, dierbare eenentwintigste-eeuwse tegenhangsters van suffragettes en dolle
mina’s, laat jullie vooral niet troebleren! Wacho’s zwaaien vooralsnog de scepter. Eerlijk
waar, ik had mijn hoop gevestigd op de Zottegemse zussen, maar zij zijn er niet. Komaan,
Christiane en Mady, laat de testosteronbrigade een poepje ruiken. En moge op het
Liefhebbersdicteepodium minstens één vrouw schitteren.
5 <<W.B. uit H. is een dyslecticus die tot bioloog is gepromoveerd met een spraakmakende dissertatie over de vernuftige manier waarop de vrouwtjes van de Caribische fruitvlieg en
de Mozambikaanse malariamug hun eigen nageslacht bepalen door opgeslagen
spermatozoïden te vernietigen dan wel naar de te bevruchten eicellen te leiden.
De grote droom van W. zal waarschijnlijk nooit in vervulling gaan.>>
Als entomoloog ben ik gespecialiseerd in de myiologie, en al zeg ik het zelf, ik ben geenscurriele sufferd. Ondanks een cursus snellezen die mijn zelfvertrouwen een gigantische
boost heeft gegeven, besef ik heel goed dat een eenbenige paralympiër meer kans maakt
om een spartatlon uit te lopen dan ik om ooit het Davidsfondsdictee winnend af te sluiten.
Ik pas ervoor om het toch te proberen en de risee van de faculteit te zijn.
Erg frustrerend allemaal, maar als SKEPP-sympathisant heb ik jammer genoeg geen hoge
pet op van de thaumatologie, zodat ik mij alleen maar lijdzaam kan schikken in mijn
beperkt-zijn.
6. <<Dat samenleven met een ambitieuze dicteedeelnemer soms een imprakticabele bedoening is,
moge blijken uit volgend schrijnend getuigenis.>>
Laat ik mij kort voorstellen: ik ben K.C. uit G. en heb vele jaren een lucratieve functie bekleed als handelsattaché in Kuala Lumpur. Mijn ex-man – we zijn vorig jaar getrouwdén gescheiden – had eenvoudigweg meer belangstelling voor een driedelig grijs lijvig
woordenboek dan voor mij. Uiteindelijk was het nooit meer van dattum: mijn lieverd
leek wel een uitgesproken poikilotherme kabeljauw die ternauwernood nog een schim
was van de lascieve sater die in tempore non suspecto hijgend platging voor mijn
knalrode cache-sexeje.
Ook mijn broer (wij zijn een eeneiige tweeling) vreesde allengs dat ik als een dol geworden veronachtzaamde wederhelft in de lik zou belanden na een crime passionnel op mijn lexicofiele befteckel.
Quod non: mijn ex is intussen halsoverkop in het huwelijk getreden met een
veelbelovende piccoloïste. Soms voel ik een schier onweerstaanbare drang om die roodharige kuttenkop een oplawaai te verkopen. Maar ja, iemands gade slaan is niet mijn
stijl.
7 <<Voor wie graag meer zou vernemen over de diepere zielenroerselen van de Specialist, heeft
psychologe G.L. uit B. het volgende in petto.>>
Een aantal dicteecracks vertoont wat persoonlijkheid en gedrag betreft duidelijke
parallellen met andere topsporters. Denk bijvoorbeeld aan een pirouetterende
kunstschaatsster met goudenmedailleaspiraties of aan een gymnaste die geen genoegen
neemt met een bijna-perfecte dubbele schroef (in vakjargon een fliffis).
Zulke raspaardjes daldeeden heus niet tijdens hun kinderjaren en zij wenden zich nooit
hun verregaande perfectionisme af.
Vooringenomen lieden dichten de modale Specialist een byzantijnse, zeg maar
muggenzifterige en hautaine inborst toe, alsmede het extra extra large egootje van een
irritant en hyperpedant jantje-contrarie met ergerlijke vedetteneigingen. Larie en apekool!
Ook al is bij enkele dicteebollebozen wel degelijk een lichte algehele intumescentie waarneembaar, toch zijn de meesten zeker niet te beroerd om een trouvaille naar waarde
te schatten, of het nu gaat om hačeks, koeskoezen of verdoken homohuwelijken…
En ook al overstijgt hun gemiddelde dwangneurose-index significant die van de hele populatie, denk niet dat Specialisten per definitie onverbeterlijke einzelgängers zijn. Enige neiging tot serviliteit kan hun niet worden ontzegd: zonder mopperen schikken zij
zich naar de capricieuze capriolen van de groene spellingbazen.
Tot slot: het samenhorigheidsgevoel is in die kringen hartverwarmend; straks gooien zij
zich eensgezind in elkaars armen (of op de samensteller), ongeacht hun eigen plaats in de
pikorde van 2009.
8 <<Net toen ik dacht “dit wordt weer bot vangen”, werd de deur van de semibungalow
geopend. Een norse karbouw, F.D.W. uit B., bleek niet bepaald een adept van het euphuïsme…>>
Wablief, een dictee? Kondt ge nu echt met niks beters komen? Mensen die dáár tijd voor
hebben, zijn volgens mij dikke luieriken, lijntrekkers en leeglopers. Blagueurs zijn het,
allemaal, stoefers en charlatans, droogstoppels en onnozelaars. Die punaisepissers en
karottentrekkers zouden beter hun kelder gaan plamuren of hun tuin omspitten. Enfin, ze
doen maar. Ik ga terug naar binnen, anders mis ik mijn favoriete soap nog. Poeh, een
dictee, wat een losers…
9 <<De aimabele myriapode – figuurlijk dan – H.V.H. uit G., coördinatrice van het
Davidsfondsdictee, put even uit het rijke anekdotearchief en biedt ons een aardig aperçuutje.>>
Het dicteewalhalla waarin jullie zich bevinden, duikt frequent op in het collectieve bewustzijn van onze organisatie. Geloof me, elk jaar verdwaalt er wel iemand in de
wirwar van onderaardse gangen die veel weg hebben van catacomben. Bovendien noopt
de structuur van het gebouw de naarstige medewerkers tot het afleggen van enorme
afstanden. Er zijn wel walkietalkies om de onderlinge communicatie te vergemakkelijken, maar na al die jaren zijn we er nog steeds niet achter hoe die krengen
precies functioneren.
Zoekgeraakte veiligheidsbadges, spoorloos uit het prijzenpakket verdwenen
luxevulpennen, voorlezers die hun opwachting maakten aan het verkeerde parlement of
die hun auto niet kwijt konden, noem maar op.
En dan de deelnemers: de charge op de correctiebladen, de tranceachtige exaltatie van
sommige laureaten, en hoe ze Oost-Indisch doof zijn bij het tigste verzoek om de zaal te
verlaten, dat is gegarandeerd ook dit jaar opgelegd pandoer.
Nog één bedenking: ik heb de indruk dat een dictee soms lelijk huishoudt in het
hormonale stelsel van een aantal mannelijke finalisten. Satyriasis zou ik het niet meteen
noemen, maar een vroegere blonde stagiaire met onmiskenbaar sexappeal kan er pittig
en met weidse gebaren over uitweiden.
10 <<In zijn recentste onemanshow ‘Tussen Vissen en Ram’ neemt conferencier en/of stand-upcomedian G.H. uit B. een loopje met de recurrentie van culinair getinte woorden
in een dictee.>>
Kijk, aangezien ze vroeg of laat wel eens bij mij zullen aankloppen om mee te doen in Den
Haag of om het dicteetje in Brussel waarvan de naam me nu even ontsnapt, voor te lezen,
heb ik gisteren een kijkje genomen op een Nederlandse site met honderden dictees.
Mensenlief, wat hebben die gasten met eten en drinken? Oké, paupiëttes klinken
smakelijker dan blinde vinken, en spaghetti met gruyèrekaas heeft minder allure dan fettuccine met hüttenkäse en bel paese, maar toch.
En dan die dranken: een pineau uit de Charente, een blanc de blancs, dat gaat zo maar
door. Koppijn kreeg ik ervan, alsof ik een volle fles chateau migraine had
achterovergeslagen.
11 <<De meest onmogelijke tekst op een aanvaardbare manier en met de nodige pathos
declameren, zonder dat het té wordt of ietwat gênant, het is niet iedereen gegeven. Het
woord is aan F.V.W. uit L., een van de vijftien uitverkorenen.>>
Laat ik er maar geen doekjes om winden, want eronderuit kunnen is nu eenmaal
moeilijk: ik lijd aan een weliswaar milde vorm van hippopotomonstrosesquipedaliofobie,
maar dat stimuleert me net om deze opdracht tot een goed einde te brengen. Schnabbelen
is niet mijn ding, en in het aanhoudende tentoonspreiden van een ontwapenende colgateglimlach ben ik niet bepaald een uitblinker.
Mijn roots predestineren me er ongetwijfeld toe om een t-dief (of -dievegge) te zijn, maar
ik pleit onschuldig: niet elke limbo praat als onze gouverneur…
In het allerergste geval wordt dit mijn laatste show. Maar wat dan nog?
12 <<Benieuwd naar wat een taalkundige zoal te vertellen heeft. R.H. uit B. kijkt een tikkeltje
meewarig naar het soort teksten waarmee deelnemers worden geconfronteerd.>>
Dictees, dictees, ach, dictees… Wedden dat de samensteller deze openingszin meteen zal
aangrijpen om jullie het woord “epizeuxis” door de strot te jagen? Eerlijk gezegd, geef
mijn portie maar aan Fikkie: keurig omgaan met taal is voor mij niet bepaald gelijk aan
het accumuleren van moeilijke woorden en ingewikkelde grammaticale constructies met
de bedoeling om algehele consternatie en verwarring te zaaien, hoe stilistisch correct het
ook wordt verpakt.
Laat ik het zo zeggen: al ben ik zeker geen rabiaat opponent van spellingconcoursen, dewierookdrager ervan – voor de Specialisten wordt dat gegarandeerd de “thuriferarius”
ervan – ben ik evenmin. Volstaat dit?
13 <<Droomprinses D.T. uit T. heeft voor de vijftiende keer gedongen naar een plaats in de
Liefhebbersfinale. Aan suspense ontbrak het niet, maar de langverbeide brief uit Leuven
bleef uit.>>
“Droomprinses D.T. uit T.…” Alsof jullie niet doorhebben dat ik ben wie ik ben: Doortje Tavernier uit Tongeren, de omgekeerdemoordgriet wier droom het twee jaar geleden schopte tot leitmotiv van de finale en wie dat vorig jaar een tweede keer in iets mindere
mate overkwam na een nachtmerrie in een cityhopper naar Palermo.
Nu moet je verdorie al meer dan wat potjeslatijn kennen voor een preselectie: “mens sana in corpore sano”. En voorlopig geen couscouskreten voor mij, no way! Toch is de boodschap overgekomen, vooral het tweede deel dan: ik stort me nu met overgave op callanetics en aerobics in een Tongers fitnesscenter, en ik ga me binnenkort met veel goesting wagen aan een capoeiraworkshop. Finalisten, zet ’m op!
14 <<Een gelegenheidspoëem van de schandelijk miskende dichter G.G. uit B.>>
Schrijven is in se een heel ongecompliceerd gebeuren
Parsimonie is vaak het motto van de toegewijde scribent
En wie over een sol(o)ecisme of taalfout gaat zeuren
Laat niet zelden de ruimte voor lichte wrevel in de tent
Loop-in-’t-lijntjes hebben echt wel wat anders omhanden
In foutloos pennen zijn zij maar matig geïnteresseerd
Nasdaq en Nikkei leggen nu eenmaal hun euro’s aan banden
Gossiemijne, hun gezelschap wordt hier vastberaden geweerd
Oblomovisme leidt beslist niet tot dit spellingfeest
Flagellantisme daarentegen…, zij het dan wel voor de geest ;-)
Kakografieën zijn vandaag gelukkig niet aan de orde
Want hier zitten mensen die mooi schrijven beminnen
En hoewel jullie zich vanmorgen met de strijdbijl omgordden
Levert elke deelnemer uitsluitend slag tegen de zinnen
Lyrische passages verbergen soms instinkers van formaat
In eenvoudige woorden schuilt bij tijden een venijnige val
Nopens goed of fout zijn de juryleden bijzonder kordaat
Gefocust als ze zijn, boeit dit acrostichon hen geen bal
15 <<Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om de samensteller van deze caleidoscopische
mozaïek enkele verhelderende toelichtingen te ontlokken, maar na veel vijven en zessen
heeft hij zich laten overreden.>>
Au fond mag je als dicteeschrijver niet te beroerd zijn om je eigen weliswaar
gesublimeerde sm-neigingen onder ogen te zien. Enerzijds schep je er een licht
mefistofelisch genoegen in om ambachtelijk gecamoufleerde valstrikken te wrochten, anderzijds ben je bij de allerkleinste zweem van twijfel volslagen overgeleverd aan het
gestrenge oordeel van extreem kritische deelnemers die niet zinnens zijn om een minuscuul uitschuivertje blauwblauw te laten. Houtje-touwtjeconstructies worden genadeloos ontmaskerd, en bij een lapsus wordt je minzaam toevertrouwd dat de pek en
de veren dit jaar van een werkelijk uitstekende kwaliteit zijn.
Maar, beste mensen, waar het me écht om te doen is, is dit: dat jullie met volle teugen hebben genoten van dit vijftiende festijn, zelfs als het aantal aangerekende fouten omgekeerd evenredig is aan het aantal uren dat jullie aan de voorbereiding hebben besteed. Het ga jullie goed!
Uitslag
Mijn fouten
0
1
2
3
4
5
6
|
amfitrion
spellingbe
hypocampus
hemdslip
inflexies
Kaaps Hollands
dollemina's
Watcho's
Mozambicaanse
myologie
scuriele
taumatologie
handelsattachee
plat ging
dolgeworden
crime passionel
|
7
9
10
12
14
|
fliffith
extra-extralarge
Jantje Contrarie
oostindisch
sex-appeal
conférencier
paupiettes
fettucine
pinot
blanc-de-blancs
château migraine
turiferarius
Parcimonie
|
|