Uitslag*
1. Pieter van Diepen, Leiden (2 fouten: mousselinen glazen en puberteits verschijnselen; de jury vond althans dat de ruimte tussen de s en de v als spatie kon worden opgevat; geen streep erdoor, maar haakjes eromheen; boven mijn werk als foutenaantal “1”)
2. Rein Leentfaar, Breskens (2 fouten: mousselinen glazen en grandprixtoernooien)
3. René Dijkgraaf, Harderwijk (6 fouten)
4. Bert Jansen, Bussum (7 fouten, waaronder mousselineglazen)
* De 1 boven mijn werk en de 2 boven dat van Rein ten spijt, luidde de officiële uitslag: ex aequo met 2 fouten. Geen shoot-out, maar loting. Je zou bijna in een bewaarengeltje gaan geloven: ik trok het lootje met de 1 en won de oranje Wortelfiets. Rein werd tweede en won een dinerbon.
Noten
¹ Door Kees’ articulatie verstond ik eerst kroon 3-toernooien voor grand-prixtoernooien en pappenheimers voor parttimers. Kees’ articulatie én mijn oren, moet ik zeggen.
² Ik ging aan van alles twijfelen: mississippiboot met kleine letter m? Te zijner tijd aan elkaar (vgl. tezelfdertijd)? AOW’ers met hoofd- of kleine letters (vgl. cao-akkoord, maar VUT)? En ezeltjeprik, ezeltje prik of ezeltje-prik (vgl. kraantje-lek)? Ik heb aow’ers verbeterd!
³ Het correctieblad vermeldde mousseline glazen. Daarover ontstond discussie: was het geen stoffelijk bijvoeglijk naamwoord, dus mousselinen? Aanvankelijk werd dat beaamd en zou mousselinen glazen (ook) goed gerekend worden, maar daar kwam de jury op terug. Terecht: mousselinen bestaat wel en is inderdaad een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord, maar het is (Van Dale) “los geweven stof van katoen, wol of zijde”. Mousselinen glazen is dus onzin. Maar ook mousseline glazen is fout. Mousselineglas bestaat wel: 'vensterglas bedekt met een op mousseline lijkend patroon'. Vénsterglas, dus of mousselineglazen om uit te drinken bestaan...?
|