v
a n d i e v a n v a n d i e p e n
       
pa x mam
26 oktober 1951: koperen bruiloft
1 revue met 12 liedjes
 

 

revue van de familie pater

Jaap:
Zeg, Trien, kun jij niet vertellen wat nieuwtjes van dat stel?

Trien:
Nou joh, dat denk ik niet. Maar jij toch zeker wel?

Jaap:
Nauwelijks waren ze getrouwd, ik geloof een maand of vier,
toen kwam de mobilisatietijd en Jaap moest weg heel ver van hier.
Als je dan zo kort getrouwd bent en zo gauw al afscheid nemen moet
- al ben je nog zo'n grote vent - geloof maar dat je hart dan bloedt.
Zogenaamd zet je al je zorgen aan de kant,
maar het blijft zogenaamd, hoor, want ...

Scheiden doet lijden

't Huwelijk had niet lang geduurd
toen Jaap een oproep kreeg gestuurd
voor ons land te komen vechten.
Hij liep met tranen in zijn hart,
zijn ogen door de zorg verstard,
maar 't ging om Neerlands rechten ...
Hij dacht aan 't afscheid van zijn vrouw,
zijn land, zijn vee en aan zijn bouw.
Zag vele donk're dagen.
Maar met Gods hulp zou het wel gaan
en Geer die zou haar man wel staan
en 't leed met bidden schragen.

Scheiden doet lijden; afscheid brengt leed.
Lang kan het duren voor je vergeet,
iets wat je liefhebt, gaat van je heen.
Scheiden doet lijden voor iedereen.

Piet:
De bruigom is in De Klomp aangekomen,
dacht nog dikwijls aan zijn vrouw.
Vaak lag hij in zijn krib te dromen
hoe of het thuis wel wezen zou.
'Kon ik maar als een vogel vliegen',
dacht die arme Jaap dan weer.
'Graag ging ik een kijkje nemen,
'k vloog dan even naar mijn Geer.'
Maar helaas, de tijd ging verder
en zijn wens werd niet vervuld
tot hij eindelijk af mocht zwaaien
en beloond werd zijn geduld.

Als ik in mijn klamboe lig te dromen

Als Jaap dan in zijn eentje zit te zitten
in 't mooie Ede als volleerd soldaat,
begrijpelijk is 't en 't is niet om te vitten
dat hij zo spoedig mogelijk huis toe gaat.

Maar als hij in zijn kribje lag te dromen,
dan dacht hij aan zijn lieve vrouw.
Hij wilde dat zij eventjes kon komen,
maar dat ging - jammer - niet zo gauw.
Dan keek hij even naar haar kleine foto
en in zijn oog welde misschien een traan.
Zijn geest was dan volledig in Grosthuizen,
waarnaar hij hoopte heen te gaan.

Maar dapper heeft Jaap het daar volgehouden,
zo het een Nederlands soldaat betaamt.
Op zo een was 't waar ons land op bouwde
en Jaap die heeft zijn Holland niet beschaamd.

Maar als hij in zijn kribje lag te dromen,
dan dacht hij aan zijn lieve vrouw.
Hij wilde dat zij eventjes kon komen,
maar dat ging - jammer - niet zo gauw.
Dan keek hij even naar haar kleine foto
en in zijn oog welde misschien een traan.
Zijn geest was dan volledig in Grosthuizen,
waarnaar hij hoopte heen te gaan.

Niek:
Herman die hielp Geer met melken.
Bets die kwam voor tijdverdrijf.
En door 't zorgen van hen allen
liep het goed in het bedrijf.
Maar is de thuiskomst aangekomen,
zegt Jaap de dienst heel graag vaarwel.
Want je kunt er lang over bomen,
ik zeg: oost west, thuis best.

't Vissersmeisje

Toen was de tijd gekomen
Jaap kwam toen weer naar huis.
't Was in een meisjestruitje,
maar dat vond hij geen kruis.
Ja, hij wou daar weer wezen,
daar bij zijn vrouw en kind,
waar het gewone leven
steeds weer zijn voortgang vindt.

Gelukkig paartje
weer na een jaartje.
Jaap kwam met 'n vaartje,
eerst naar de kerk,
toen naar 't Zuidje:
gauw naar zijn Truitje.
Er volgd' een buitje,
maar ze bleven sterk.

Mien:
Nu, dat sterk blijven, dat was niet overbodig,
want in het boerenleven is sterkte wel nodig.
Dan heb je dit, dan dat een volgend maal,
zoals U hier wel horen zal uit 't komende verhaal.
Jaap die ging eens naar de markt in 't stadje Purmerend
met een hele wagen biggen, maar hij kwam niet goed aan end.
Bij Scharwou, o wat een herrie,
't dikste big lag in de derrie.
Sidderend bleef Jacob staan
en zag dat sombere toneeltje aan.
Jaap die kreeg van schrik de hik:
zijn eigen varken in de slik!
Maar hij nam een kloek besluit
en trok het beest er heel gauw uit.
Op de markt aangeland
ging het beestje van de hand.
Jaap kwam toch met groot geweld
bij Truitje met een buul met geld.
Een hiermee was dan Jaap - dat zeg ik U dan even -
volledig opgenomen in het boerenleven.
En hoe ging het op de boerderij, dat zeg ik lekker niet.
Dat gaan wij voor U zingen, in het volgende lied.

Daar bij die waterval

't Leven dat is in een boerenbedrijf
- het bruidspaar weet daar alles van -
soms heel hard werken, dat is buiten kijf,
maar het resultaat dat is dan ...

Melk valt bij stromen in d'emmers van Jaap,
onttrokken aan z'n koeien.
's Morgens heel vroeg en des avonds soms laat
moest hij naar het land toe roeien.
Maar hij deed het graag: 't was voor zijn gezin.
Juist door die koeien kreeg hij zijn gewin.
Tussen zijn beesten voelt hij zich wel thuis,
blijft het leven hem boeien.

't Bedrijf van het bruidspaar, van Jaap en van Geer,
het breidt zich uit naar alle kant.
Hun flink gezin geeft veel zorg en zo meer.
't Kan toch niet hinderen want ...

Wiets:
In de donkere oorlogsjaren
was het met de boter schraal,
maar door Jaap z'n vriendelijk toedoen
bleef ons broodje toch niet kaal.
En het mooiste van dat alles:
't kostte nooit een centje meer.
'k Kreeg 't van Jaap voor een zacht prijsje -
mensenlief, wat wil je meer?
Voor deez' daad nog steeds mijn hulde
aan de bruigom van deez' dag,
dat hij 't loon van Hem hierboven voor zijn goeddoen krijgen mag

Zoek de zon op

Boerenboter, dat is zo fijn
en daarvoor moest je bij Jaap van Diepen zijn,
want hij gaf 't voor een zachte prijs,
daar bij hem de prijs niet was de allerallereerste eis.

Dien:
O, daar schiet me iets te binnen van het bruidje van deez' dag.
't Gebeurde in 1.9.4.7. Het huilen stond nader dan de lach.

Jamboree

Fietsen maar, fietsen maar.
Met één trapper? Nou, dat is toch geen bezwaar?

Fietsen maar, fietsen maar.
Geertje kwam er toch mee klaar.

In 19.4.7
viel er wat te beleven
daarginder op de Jaagweg van Edam.
't Was toen op het thuispad
toen Geer een reuzepech had:
haar ene trapper werd zowaar toen lam.
Toen maar de benen op het stuur.
Dat was een hele toer.
De beide mannen aan de kant
en Geer slechts aan het roer.

O, die fiets, o, die fiets
o.d.i.e.f.i.e.t.s., die fiets van Geer
O, die fiets, o, die fiets
o.d.i.e.f.i.e.t.s.,
dat beleef ik niet graag weer.

Bets:
De zeven gezusters, die namen het besluit
om samen eens op de foto te gaan
als cadeau voor 18 november.
Hoe zouden we erop gaan staan?
De een wilde zus en de ander weer zo;
het moest worden echt wel een heel mooi cadeau.
En aan een foto mag nooit iets mankeren,
dus moet je erop met passende kleren.
Maar nu was Holland pas in last
en Geer die keek eens in 'n ander d'r kast.
De zaak was hiermee gauw opgelost:
Geer werd in Mien haar jurk uitgedost.
Maar daar was Jaap lang niet vóór:
"Je eigen jurk is gerust wel goed, hoor."
De zaak was dan wel voor elkaar,
maar bij Jaap is die foto steeds onvindbaar.

Cheerio

Het ging zo, het ging zo, ze gingen te saam op foto.
De een had dit niet, de ander wel
en daarom stak Geer in een ander haar vel.
Wat hindert dat nou voor een keer, dachten wij allen - ook Geer.
De foto zat schot in, maar toch kwam er mot in,
want Jaap zei: "Dat 'beurt nu nooit weer!"

Gert:
Nu ga ik iets verklappen
van 't bruidspaar en de kinderschaar.
Als de vakantie is aangebroken,
trekken zij eropuit met elkaar.
De eerste reis is naar de zee toe,
tot vermaak van jong en oud,
maar met een heel stel van die peuters,
moet je oppassen, anders loopt 't fout.
En natuurlijk ook naar Artis,
anders zou het geen vakantie zijn.
Beren, leeuwen, kikkers, apen:
alles is aanwezig, groot en klein.

Aan het strand stil en verlaten

Aan het strand vol en beladen
raakte Tommie zomaar zoek
en ze vonden 'm uren later
met een bolus in zijn broek.
Aan die zee zo vol met water
hindert een vuil broekje niet:
je spoelt het uit, legt het te drogen
en geen mens die het dan ziet ...

Zo werd dan tot elks genoegen
dit geval weer opgelost
en na 'n middag van hard zwoegen
naar Grosthuizen teruggekrost.

Ze gingen naar Artis met z'n zootjes
in de schone Amstel-steê.
Vijftig ruim belegde broodjes
gingen in die optocht mee.
In de Artis aan gekomen
vielen z' op de broodjes aan.
Dacht u soms: "Er blijft wat over" -
slikvingerend zijn ze op gegaan.

's Avonds in Grost aangekomen
- 't was niet laat, 't was niet vroeg -
vroegen de kinderen wat te eten;
ze hadden zowaar nog niet genoeg!

Gitta:
Hier ben ik dan met mijn rijm. Mij was het lot beschoren
bij de familie Pater het laatst te zijn geboren.
Het mag 'm niet hinderen, want voor bruidegom en bruid
zong ook ik mede het fotoliedje uit.
Maar nu gaan we weer verder. Ik zeg het naar behoren:
er komt nu iets van een klok en een toren.
En klokkken - u weet het - die zijn om te luiden.
Tenminste, zo was het in het dorp van Arnemuiden.
Om daar een liedje op te laten passen
gaat 't over Jaap z'n spel en dat is klaverjassen.
En nu dan verder, geen tijd verloren.
We zullen u hier dan 't verhaaltje laten horen.

De klok van Arnemuiden

Jaap heeft met zijn allernaaste buren
'n leuke club voor 't spelen van de kaart.
Maar 't zou hun nog wel eens kunnen bezuren:
mannen alleen - dat is toch niet veel waard!

Als de klok dan weer acht uur slaat
en de kaartclub voor de deur staat
gaan de vrouwen dan ook een keertje mee,
maar dan is de zaak nog niet oké.

Ook de vrouwen willen wel eens spelen.
Mens-erger-je-niet, dat is een heel mooi spel.
Maar je moet volkomen eerlijk blijven,
anders wordt zo'n avond tot een hel.

De vrouwenclub was spoedig opgeheven.
Mens-erger-je-niet had spoedig afgedaan
en de vrouwtjes, stilletjes thuis gebleven,
lieten hun mannen toen alleen weer gaan.

Als de klok dan weer acht uur slaat
en de kaartclub voor de deur staat,
gaan de vrouwen voortaan nu maar niet meer mee.
Voor de mannen is de zaak nu dus oké.

Bertus:
Aan het afgelopen lied heeft u dan kunnen horen
dat bij kaartrondjes mannen horen.
En de vrouwen van die mannen - dat is ons bekend -
die wachten meestal thuis maar rustig op het end.
Maar al gaan die vrouwen dan 's avonds niet aan de loop,
toch is dat wachten op hun man ook lang nog niet goedkoop.
Want ze verbreien op die avonden wel kilometers wol
en stoppen zo de klerenkast soms hartstikke vol.
Ook aan naaien, stoppen of borduren
besteden ze soms nog heel wat uren.
Bij al die goede daden hebben ze ook één ondeugd
- en dat schenkt hen meestal wel helemaal geen vreugd,
al zouden ze het liefst nu luid protesten roepen -:
er zijn er bij die 's avonds heel graag een snoepje snoepen.
Maar soms krijg je van snoepen - al smaakt het nog zo fijn -
in kiezen of in tanden ondragelijke pijn.
En zoetjes aan komen we bij Geer.
Altijd was ze 's avonds in de weer.
Opeens zat ze met het hoofd in haar handen,
wat had ze dan een pijn in kiezen of in tanden.
Toen nam ze een besluit: het kost maar wat het kost,
maar die pijnlijke kwestie moet worden opgelost.
't Resultaat van die oplossing - u snapt het al, of niet? -
dat laten wij u horen in ons volgende lied.

Ik wou maar dat ik een vogeltje was

Hoe komt Geer aan zo'n mooi gebit?
Is dat heus wel echt?
Haar tandjes blinken zo hagelwit
en staan zo heerlijk recht.
Als ze er nu ook mee eten kan,
is het een groot gemak.
Maar dan moet ze 't dragen alleen in haar mond
en nooit meer in haar zak.

Er was een bijeenkomst op het Zuid -
verjaardag of zoiets.
Geer met haar nieuwtje in haar snuit
kwam daar op de fiets.
Zij was de kamer nauw'lijks in
of we werden van het lachen dol,
want haar tanden, 't is waar,
och, wat stonden ze raar
en haar mond leek wel zo vol.

't Is niet om mee te spotten, Geer,
alleen als goede raad:
zorg dat je toch niet telkens weer
je gebit maar slingeren laat.
Als je Jaap zo ver krijgen kan
dat ook hij naar de tandarts kart ...
Geef goed voorbeeld aan je man
(die moet er ook nodig an),
dan heb jij gedeelde smart.

Dien:
Op Grosthuizense kermis heeft Geer altijd veel sjans.
Zelfs Klaas Pik vraagt het bruidje zo af en toe ten dans.
Maar het bruidje is nog steeds bij lange na niet bang:
ze gaf Klaas Pik tenminste een loeier op zijn wang.

Zand, zeep en soda

Zand, zeep, soda, suiker, koffie, thee
Klaas Pik met z'n stokkie nam Geer haast mee.
O o o, wat had die Klaas een schik,
maar Geer die zei: "Vent, stik,
ik krijg van jou de hik!"
Ze greep van Jaap een brandende sigaret
en Klaasje die nam toen maar gauw de benen.

Theo:
In het begin ging alles goed, er was nooit geen ruzie.
Want als ze iets hadden, werd er gezegd: "Dit is voor kleine Truussie."
Met de wagen eropuit, maar het werd een tragische mop,
want nog nauwelijks van huis of de wagen lag op zijn kop.
Dit is niet ééns gebeurd - het gebeurde meer!
Maar kleine Truus bleef niet alleen, want elk jaar kwamen er weer.
Foto's werden er gemaakt, de kinderen op hun knie.
Dat deden ze niet elk jaar,
maar volgens afspraak drie om drie.

Bij de sluizen van IJmuiden

Jaap met z'n Geer zijn een achtst' eeuw getrouwd.
Ze zijn niet met z'n tweeën gebleven
en dat heeft hun werkelijk nimmer berouwd,
want dat was nu eenmaal hun streven.
De eerste was Truus en de tweede was Kees,
die zaten het eerst in de kinderensjees.
Toen kwam er een Miny en daarna nog Tom,
die 'n Kerstkind wezen kon.

Op G4 daar in Grosthuizen
kwam er jaarlijks eentje bij.
Op G4 daar in Grosthuizen
groeide zo die kinderrij.
Ze werden met vreugde steeds ontvangen;
allen waren ze even lief.
Op G4 daar in Grosthuizen
kwam er steeds een hartedief.

Nu komt het vervolg op het eerste couplet,
want er zijn er nog meer bij gekomen.
U kunt het geloven, zo is het maar net.
Wie had dat nu durven dromen?
Nu kwam er een Japie en daarna kwam Loes,
de eerste was lief en de tweede een snoes.
Toen Herman, toen Pietje, Nico tot besluit -
nu is dan dit liedje uit.