v
a n d i e v a n v a n d i e p e n
       
pa x mam
26 april 1939: huwelijk
1 voordracht
 

Hartelijk woordje op de huwelijksdag
van mijn broer Jacob met z'n lief Bruidje Truus

Mijn beste Broeder-Bruidegom, ik was heusch niet tevreden
wanneer 'k geen woordje tot U sprak op de huwelijksdag van heden.

Wij varen tesaam in dezelfde schuit, gaan straks het huis verlaten.
Maar ik houd vooral U, Bruidegom, gerust goed in de gaten.

Omdat Gij toch het voorrecht houdt bij Vader dicht te woonen,
kunt Gij hem alle dagen hulp en steun en liefde toonen.

Uw bruidje komt (dat weten wij) zoo heel graag bij ons thuis
en voelt zich reeds als eigen kind, als één van ons in huis.

Nu, Bruidje, welkom dan voorgoed. Ik wil het niet verbloemen
dat 'k blij ben dat ik U voortaan mijn Zutser nu mag noemen.

En Vader ('k weet het) is zoo trots dat wij nu met z'n vieren
ons huwelijk zoo met elkaar in eensgezindheid vieren.

En ons gebed gaat naar omhoog, dat God Zijn groote zegen
mag brengen op ons huwelijkspad, mag leiden onze wegen.

En U, de ouders van de Bruid, ik kan zoo heel goed gissen
dat Gij uw dochter, uwe Truus, zoo heel erg eerst zult missen.

Maar weest gerust, zij gaat niet ver en krijgt een beste man,
die Zuid-Spierdijk en ook U bei straks heel goed vinden kan.

Want: wat gebeurt, wat 't lot ons geeft - hetzij bij vreugd' of kruis -
de liefde brengt ons steeds tesaam weer in het ouderhuis.

Het Sacrament van 't huwelijk, door God ons toegewezen,
bindt ons steeds dichter aan elkaar. Dan valt er niet te vrezen.

Wij gaan op deze heil'ge dag een nieuwe toekomst tegemoet.
Wanneer men op de Heer vertrouwt, gerust: Hij maakt het goed.

Uw liefhebbende zuster Lucia