v
a n d i e v a n v a n d i e p e n
       
 
louise en werner
23 april 1994: zilveren huwelijk
5 liedjes
 

Aanbieding van de cadeaus
Op de wijs van Vader Jacob werden Wies en Werner uitgenodigd eentje van de vijf ingepakte verrassingen te kiezen. Daarover zongen we dan een lied voordat ze het cadeau uitpakten. En daarna het volgende. En het derde, vierde en vijfde.

verrekijker
wijze: 't Was nacht, 't was nacht

't Was nacht, 't was nacht, 't was mitteninnenacht.
Wie was er uittebed? De sterrenwacht.
Die zag de Hondsster schijnen,
maar 't was toch wel een kleine.
Ook hing die Sirius verdraaide hoog:
vier trappen en geen lift naar d'hemelboog.
Dus maar eens verrekijken
naar and're sterrenwijken.
Waarheen, waarheen, waarheen?
Naar een planeet van steen.

De oppergod die heette Jupiter.
Dat klonk al stukken beter dan zo'n ster.
Het was ook meer beneden.
Nog steeds niet echt tevreden?
Tja, met de grootte is totaal niks mis,
maar pech dat er geen zolderruimte is.
Dus maar weer verrekijken
naar and're sterrenwijken.
Uiteind'lijk werd het tof
in de Neptunushof.


frituurpan
wijze: Op een rode paddestoel

Vroeger bij Louise thuis waren ze met velen.
Werner leerde ook al snel met Geschwister delen.
Twee vonden zij genoeg voor hun eigen kroost.
"Die zijn na een jaar of wat vast wel weer geloosd."

Toch werd het niet stil in huis; 't lag niet aan de meiden.
Die vertrokken braaf naar school en daarna naar Leiden.
Maar in de tussentijd vulde zich het gat
met steeds ander oppasgrut. Mooie boel is dat.

Olaf, Christiaan, Josien, Lennart en Annike
Droos'madrijntje en Martijn, Wouter met zus Lieke.
Die had tenminste oog voor mooi vrouwenbeen.
Wilson met Andrea kwam, Jeannet met Bert ging heen.

Aan die oppaskinderschaar lijkt geen eind te komen.
Het wordt haast routinewerk dat ze kunnen dromen.
Dus afgelopen jaar - aan iets anders toe -
namens ze een tijd in huis een oppaspa en -moe.

Zeg, waarover gaat dit lied? Over het cadeautje.
Met een grote bak patat smoor je ieder zootje.
Kinder- of ouderstel; ieder smult ervan.
Veel plezier dus met dit ding, een frietjesbakkerspan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

van dale woordenboek
wijze: Berend Botje

Bruid en bruigom zullen zelden
het gelijk van d'ander melden.
"Je bent niet wijs!" "Wat een verstand!"
"Nou, dat mag wel in de krant!"

Z'hebben 't vijfentwintig jaren
prima samen kunnen klaren.
Het gaat alleen een beetje mis
als de ander koppig is.

Over Nederlandse woorden
is 't voor 't laatst dat wij ze hoorden.
De eigenwijsheid beiderzijds
lost Van Dale op als scheids.


badjassen
wijze: In Holland staat een huis

In Hoorn staat een huis.
Daar voelde Bruid zich thuis.
Ook Bruigom stapte vrij in 't rond,
als 't uitkwam in z'n blote kont.
Dat deerde vroeger niets,
maar: Vrienden-op-de-fiets.

In Hoorn staat een huis.
Dat trekt veel fietsgespuis.
De eerste was een leuke vent,
deed step-acts met een Vlaams accent.
Zo leer je nog eens iets
van Vrienden-op-de-fiets.

In Hoorn staat een huis.
Daar gaat het nu heel kuis:
wil 's nachts het bruidspaar plassen gaan,
dan trekken zij hun badjas aan.
Met fraaie geeft dat niets.
Dag, Vrienden-op-de-fiets.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


loep
wijze: Varia, varia

In de vakantie gaan zij kamperen - Wies en Wer.
In hun kasteeltje kan niets hen deren - lekker ver.
Vrolijk scheuren z'Europa door
caravan achter en Astraatje voor.
Tralala lalala tralala lalala tralala

Maar om te zien waar je bent, moet je kaartlezen - Wer of Wies.
Dat kan soms wel een ontcijferprobleem wezen - heel precies.
Kriebellettertjes, schuingedrukt.
Kijk eens of het je hiermee lukt.
Tralala lalala tralala lalala tralala