v
a n d i e v a n v a n d i e p e n
       
jaap x els
5 maart 1970: huwelijk
2 liedjes + cadeaupotpourri
 
konijnenlied
wijze: Aan het strand stil en verlaten


Op G 18 in Grosthuizen staat een klein konijnenhok,
stil en donker in een hoekje. 't Ruikt er vies en 't is er smok.
Daarin zitten twee scharminkels, mager, slap en uitgeteerd,
die haast bij de wand opklimmen wanneer iemand daar passeert.

Arme kleine braadkonijnen.
Stakkers, maakt uw wild geraas!
daaraan valt niet te ontkomen
met zo'n zorgeloze baas.

Steeds als Jaap het weekend weg is zonder dat hij ze wat gaf,
worden ze totaal vergeten. 't Is bij de konijnen af!
Maar nu 't baasje is gaan trouwen, zijn die twee van vreugde dol:
ook al ben je voor consumptie, j' hebt toch graag je buikje vol.

Twee gelukkige konijnen.
Makkers, staakt uw wild geraas,
want je mag eerst uit logeren,
dan naar 't lustoord van de baas.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

leeuwenlied
wijze: Geef me nog een drupske


't Bruidspaar, moet je horen,
is als leeuw geboren.
Is dat niet wat al te gek?
Vechten ze als leeuwen,
hoor je d'r eentje schreeuwen:
'Hou je grote leeuwenbek!'

Leeuwenbruidspaar, denk aan je leeuwenwaardigheid.
Leeuwenbruidspaar, dan krijg je nooit geen spijt.

Kleine leeuwtjes komen,
haast niet in te tomen,
stuk voor stuk een grote muil.
Wil je op visite
zonder bloedvergieten?
Ga niet naar die leeuwenkuil!

Leeuwenbruidspaar, denk aan je leeuwenwaardigheid.
Leeuwenbruidspaar, dan krijg je nooit geen spijt.

't Bruidspaar, moet je horen,
is nog niet verloren.
Eensgezindheid doet vaak veel.
Van de huwelijksplichten
zullen ze verrichten
allebei het leeuwendeel!

Leeuwenbruidspaar, denk aan je leeuwenwaardigheid.
Leeuwenbruidspaar, dan krijg je nooit geen spijt.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

cadeaupotpourri

a = aardappelen

b = boerenkool

wijze: Jinglebells

Els en Jaap
wonen straks
aan het eind van Grost.
Nee, geen flat,
nee, geen rij,
aan het eind van Grost, nee...

Huis apart,
lekker vrij,
tuintje als een vorst.
Daar bouwt Jaap
komend jaar
boerenkool met SSSST

c = citroenen

wijze: Hand in hand, kameraden

Eén citroen, twee citroenen.
Zo leert meester Jaap de klas:
dit 's enkel-, da's meervoud.
Ze leren het alras.

Ga je mee naar Jaap z'n klas
om te kijken wat hij brouwt
van de kleine leerlingen
die aan hem zijn toevertrouwd?
Zo te zien zit dat wel goed.
Hij doceert voor 't lat're leven.
Hij heeft aan die kleintjes veel
wijze dingen mee te geven.
Maar luister naar dit lied,
ook al begrijp je 't niet.

Beste Jaap, lieve Ehels,
zorreg dat je aan en van
elkaar veel zult leheren,
nu als vrouw en man.

d = doperwtjes

wijze: Dat is het einde

Na de C komt nu de D,

maar wat moet je daar nu mee?
Duyvis hielp ons uit de nood:
doperwtjes, middelfijn of groot

of extra fijne,
die mooie ronde.
Die groene doppertjes
die zijn zo tra
lalalalalala
rolsodemieters tralala.


e = eieren

wijze: Boer, wat zeg je van mijn kippen?

Jaap, wat zeg je van een eitje?
Jaap, wat moet je daarmee aan?
Ga er drie weken lang op zitten
en heeft de haan zijn plicht gedaan,
Jaap, dan heb je na drie weken
vast een jonge kip of haan.

Jaap, wat moet je met die kippen?
Alle dagen werk daaraan.
Eieren kun je bij Pé wel kopen.
Want die moet toch ook bestaan?
Jaap, wat moet je met een eitje?
Eet er samen smakelijk van!


f = fruitcocktail

wijze: Vader Jacob

Els en Japie
Jaap en Elsie
wat een feest
wat een feest
fruit voor in de yoghurt
fruit voor in de yoghurt
I en Y
I en Y


g = graves superieures

Als op die wonderlijke septemberzondag
broer Tom die melkbeurt niet had overgenomen
en Braas niet zo door was blijven zeuren,
dan waren we nooit in Wognum gekomen.

Als op de Westfriese Jongerenlanddag
de stemming een beetje slechter was geweest
en het aanzien van de aanwezigen minder plezierig,
dan waren we er om zes uur vandoor gesjeesd.

Als het toen bekende duo Huisman en Knopper
die avond minder zijn best had gedaan
om de jeugd in de veiling genoegen te bezorgen,
dan waren we nog wel naar Blokker gegaan.

Als die avond die Braas niet zo bar had geleuterd,
het bier - dat best smaakte - niet zo had gewerkt
en ik niet wist dat er klasgenoten van je waren,
dan had ik het beslist wel wat eerder gemerkt.

Als het meisje met wie ik in die tijd vaak uitging,
niet vanzelfsprekend als altijd was op komen dagen
en ik veel dans- en drinktijd aan haar moest besteden,
dan was ik die oranje jurk eens te dansen gaan vragen.

Als niet rond tien uur ene Braas wist te vertellen
dat broer Jaap bij de kant langs op een brommer uit was,
maar dat dat slecht uitkwam met drie man op twee brommers,
dan had ik nooit geweten hoe laat het toen was.

Als Ben en ik toen geen acht hadden geslagen
op het groepje waarbij Jaap al de hele avond toen zat,
dan hadden we nooit in de gaten gekregen
dat híj de stoel naast 't oranje jurrekie had.

Als we de sleutels van de Batavus
niet haast in die weifelende hand hadden gedrukt
en de brommer niet haast in zijn jaszak stopten,
dan was er een prachtkoppel toch nog mislukt.

Als "bij het viaduct" een betere afspraak was
om allebei zo en zo laat terug te zijn
en keurig samen huiswaarts te brommen,
dan beleefden we - later - vast niet zo'n gein.

Als koffie enzovoorts me niet zo goed was bevallen
en de regenbui niet de rest had gedaan
toen de afgesproken tijd al lang voorbij was,
dan was Jaap nooit alleen op huis aan gegaan.

Als ik niet had geweten wie met wie op stap was
en ik m'n eigen niet een beetje na was gegaan
toen ik daar uur na uur "bij het viaduct" rond bleef hangen,
dan had ik er met m'n stomme kop nooit om half vijf nog gestaan.

Als daar tegen het hek niet die ouwe dameskar had gestaan
en ik niet die onbedwingbare neiging had gekregen
om daarop te zien dat ik in Grosthuizen kwam,
dan had ik niet net vóór Pa Herm riep, nog in bed gelegen.

Als we niet zo idioot vroeg al opgestaan waren
en niet voor dag en dauw richting Wognum waren gegaan
op de brommer en van-wie-is-die-fiets-nou-weer,
dan had Mam niet zo op haar achterste benen gestaan.

Als we - toch nog te laat in Beverwijk aangekomen -
niet op onze goede naam en Jaaps eerlijke gezicht hadden vertrouwd
en de directeur niet direct begrijpend geknikt had,
dan hadden we allicht een echte smoes gebrouwd.

Als zus Ina ten slotte niet over viaducten begonnen was
- dit gegraaf in '62 dank je aan heur -
dan was ik niet zo in 't verleden gaan graven.
Maar goed, Jaap, hier is ie: je graves superieures.


h = hooi

wijze: Hand in hand, kameraden
< Tja, de letters waren verdeeld; we wisten niet van elkaar welke melodieën we gebruikten.>

Jaap die heeft een paar konijnen
en die knijnen moeten voer.
Aan hooi tot nu toe geen gebrek,
want vader die is boer.

Maar wat wil nu het geval:
Jaap die trouwt en wordt geen boer!
Hoe of dat nu moeten zal?
Jaap heeft nu gebrek aan voer.
Stil maar, jongen, wees gerust,
het komt heus nog wel in orde.
Kijk nu maar niet zo onthutst.
Let eens
op waar wij mee sjorden.
Straks is alles wat je hoort
een blij konijnenkoor.

Een zak vol hooi voor d 'eerste weken
is alvast een mooi begin.
Zo'n hele grote plastic zak,
daar kan heel wat in.


i = instantpudding

Toen onze Jaap nog op de Kweek zat,
zag hij op een dag dat
de kokkin, bezig met het eten,
van de warmte begon te zweten.

Ze veegde toen haar voorhoofd droog
en 't spetterde in een wijde boog
zo pardoes in de pappan.
't Is daarom dat Jaap geen pap meer zien kan.

Maar als bij het bereiden van het eten
klinkt: "O, de pap vergeten!",
gebruik dan toch maar dut ding.
Goed geraden: instantpudding.


jklm = jam, kaas, leverpastei, margarine

wijze: Ik heb je voor het eerst ontmoet, daar bij die waterkant

Wij zingen u iets over Jaap, toen hij nog Japie was,
toen hij nog Japie was, toen hij nog Japie was.
Wij zingen u iets over Jaap, toen hij nog Japie was.

Hij vroeg aan mam een boterham, een boterham met jam.
Dat vroeg hij aan zijn mam, een boterhanm met jam.
Hij vroeg aan mam een boterham, een boterham met jam.

Zijn mammie maakte 't voor hem klaar. Dat vond hij heel niet naar.
't Was steeds zo voor elkaar. Dat vond hij heel niet naar.
Zijn mammie maakte 't voor hem klaar. 't Was steeds zo voor elkaar.

Toen Jaap een grote vent al werd, toen wou hij minder zoet.
Zijn moeder was zo goed en haalde kaas met spoed.
Toen Jaap een grote vent al werd, hield hij niet meer van zoet.

Maar alle dagen enkel kaas, dat is toch echt niet fijn.
't Mag eens iets anders zijn dan witte of komijn.
Want alle dagen enkel kaas, dat is toch ook niet fijn.

Jaap zocht soms in de keukenkast en wat vond hij dan daar?
Een blikje stond er klaar, een blikje stond er klaar.
Jaap zocht soms in de keukenkast, leverpastei stond daar.

En één ding hield hij steeds in stand: hij at graag uit de hand
en hij had erg het land, en hij had erg het land,
en één ding hield hij steeds in stand: hij had aan smeren 't land.

En Els die deed net als zijn mam: smeerde zijn boterham
met boter en met jam, smeerde zijn boterham.
En Els die deed net als zijn mam: smeerde zijn boterham.

Nu kan ons Elsje elke dag voor Jaap weer aan de slag
voor Japie aan de slag, als het aan Japie lag,
dan kon ons Elsje elke dag voor Japie aan de slag.


n = noten

Raadsel voor dolle puzzelaars: Para wal is dat?


o = ossenstaartsoep

Nog een raadsel om het af te leren: Als je het uiteinde van het maatje van de kerstezel eruit vist, heb je dit voorgerecht.


p = pindakaas

wijze: Nee Karel

Elk keer als Jaap het brood klaarmaken gaat,
is 't de pindakaas weer die op tafel staat.
Je moet nu toch weten dat ik het niet moet;
verder kan 't niet schelen wat je erop doet.

Nee Japie, nee Japie, niet vandaag.
Nee Japie, nee, al wil je 't nog zo graag.
Er zijn van die dagen dat je 't kan proberen
om een beetje pindakaas al op mijn brood te smeren.
Misschien wil ik morgen, maar dat is nog de vraag.
Nee Japie, echt Japie, heus Japie, echt Japie, absoluut niet vandaag.


q = quick up

In elk geval beter dan Quaker havermout.


r = rozijnen

wijze: In de wereldstad Zaltbommel

In de wereldstad Grosthuizen, huizen
heerste erge woningnood
en in eentje met vleermuizen, muizen
eten dezen straks hun brood.

En temidden van rozijnen, zijnen
zitten zij met hun konijnen, nijnen
en temidden van rozijnen, zijnen
zitten zij daar op de grond.

Immers, barst het zakkje open, open
omdat er te veel in zit,
is het huis zo vol gelopen, lopen
en het resultaat is dit:


En temidden van rozijnen, zijnen
zitten zij met hun konijnen, nijnen
en temidden van rozijnen, zijnen
zitten zij daar op de grond.


s = schillen

wijze: Witte zwanen, zwarte zwanen

Witte knijnen, zwarte knijnen,
Jaap noemt z' allemaal de zijne.
Alleen maar hooi te bikken,
dat zullen ze niet slikken.
Is er echt niks anders dan
wat je knijnen geven kan?
Ja schillen, ja schillen,
dat zullen ze wel willen.


v = vis

wijze: Daar bij die molen

Toen Jaap nog een klein jochie was, toen was het al niet pluis.
Als hij niet bij zijn knijnen zat, dan was ie weer van huis.
Bij Wijnker of bij Van der Hulst, bij Smit of tante Gré
daar was ie vaker dan bij moe, daar was ie heel tevree.

Ja, onze Japie was Japie Wijnker
of Van der Hulst, Van der Gulik, Japie Smit.
Jaja, die Japie was ieders jochie,
maar nu zorgt hij dat ie bij zijn vrouwtje zit.

Van dieren vangen hield Jaap altijd al het allermeest.
De schapen vangen bij oom Jan was een waar modderfeest.
In Mijzen paarden vangen of konijnen zonder staart
of duiven van Jan Wenting, want die vlogen weg met vaart.

Ja, onze Japie hield veel van dieren,
van kippen, koeien, maar 't meeste van konijn.
Nu houdt hij enkel nog van zijn vrouwtje
en het cadeau is geen konijn maar tonijn.


u = ui

wijze: Wat een spreker is die man

Het U-cadeau dat stinkt en is iets om te huilen,
maar dit cadeau voor u is echt niet meer te ruilen.
Ons Japie vrat in dienst al gretig Kamper uien
en gunt zijn lieve bruidje
graag af en toe een uitje.
En nou en nou?
Wat doet de bruigom gauw?
In zijn knollen-knollentuin,
tussen 't onkruid en het puin
plant hij deze dikke stink-ajuin.
In zijn hobby-slobbertrui
en een hele goede bui
koestert hij deez' schone ui.


t = thee

De T heeft wel wat verwarring opgeleverd, maar T is T.


w = worst

wijze: Jinglebells
Els en Jaap
wonen straks
aan het eind van Grost.
Nee, geen flat,
nee, geen rij,
aan het eind van Grost, nee...

Huis apart,
lekker vrij,
tuintje als een vorst.
Daar bouwt Jaap
komend jaar
boerenkool met


x = de grote onbekende

y = ijspoeder

wijze: Dat is het einde

Els ziet er graag netjes uit,
is wel eens een ijdeltuit,
gaat met lippenstift te werk
en is in poederen ook sterk.

In vele kleuren, in vele smaken, in vele maten ook.
Jaja, ons bruidje kan er wel wat van.
Jaja zij kan er wel wat van.

Els bedenk goed wat je doet.
Drie kleuren samen staat heel goed.
Laat je niet brengen van de wijs,
maak van je poeder lekker ijs.

In vele kleuren, in vele smaken, in vele maten ook.
Jaja, ons bruidje kan er wel wat van.
Jaja zij kan er wel wat van.



z = zout

(Heren tot Jaap, wijze: Daar was laatst een meisje loos)
Jaap, wat deed je dat toch fout.
't Zal je berouwen dat je wou trouwen.
Denk je dat ze van je houdt?
Neem het gerust met een korreltje zout!

(Dames tot Els, wijze: Een boer wou naar zijn naober gaon)
Het kwaad is al geschied, Els, het spijt ons voor jou.
Zo'n zouteloze bruigom, zo akelig flauw.
Kijk nou toch, hij zit er weer bij als een zoutzak,
maar 't ei is al op en je bent nu zijn vrouw.

(Nog een keer, nu de coupletten door elkaar)

(Heren tot Els, wijze: Daar was laatst een meisje loos)
Els, at jij het ooit zo zout?
Laat je niet leiden door zo'n stel meiden.
Kijk maar niet meer zo benauwd,
want Japies hart is van binnen van goud.

(Dames tot Jaap, wijze: Een boer wou naar zijn naober gaon)
Wel, bruigom, als dat waar is, dan gaat het nog wel.
Dan vormen jullie toch misschien nog een leuk stel.
Want Els zal toch heus ook van jou wel wat houden
en liefde is des levens NaCl.

(Nog een keer door elkaar, met de laatste regel tweemaal extra)