v
a n d i e v a n v a n d i e p e n
       

herinneringen
door miny
en ton
 

Miny

Lieve famlieleden, vrienden en bekenden van Truus en Niek

Truus was onze oudste zus. Ze was er altijd voor ons. Dat was niet altijd gemakkelijk voor haar, maar soms ook niet voor haar kleine broertjes en zusjes. Ze leerde ons met vallen en opstaan zelf onze kleren en speelgoed opruimen. De kleintjes wisten al snel dat het ernst was als Truus zei: "Als je die spullen nu niet opruimt, dan verstop ik ze." Dan moest je maar zien of je ze weer vond of misschien terugkreeg.

Truus en ik waren jarenlang bij de kabouters en de gidsen. Dat was elke week een gezellige middag en soms een weekend in een boerderij. In de grote vakantie gingen we op kamp. Daar kookten we op een houtvuur. Heerlijk buiten. Toen mam hoogzwanger was van Ina, kon ze Truus' hulp niet missen. Maar toen ik weer thuis kwam van het kamp, was er tot ergernis van Truus nog steeds geen baby. Ze had dus toch mee gekund!

Voor zover ik weet, heeft Truus nooit zelf voor de Huishoudschool en daarna de Naaischool gekozen. Dat was voor meisjes in een dorp de normale weg na de lagere school - zeker als ze de oudste waren in een groot gezin. Dat Truus goed leerde naaien, kwam natuurlijk vaak van pas.
Zelfs toen we allebei kleine kinderen hadden, kon ik altijd bij haar aankloppen als ik met een naaiprobleempje zat. Zo toverde ze bijvoorbeeld van mijn sleetse wintermantel een schattig jasje voor Karin.

De trouwdag van Truus en Niek in september 1961 was goed getimed. In de grote vakantie werkte wie oud genoeg was, in de bollen. Zo hadden we wat vrij te besteden geld. Dat gebruikten we graag om cadeautjes van de verlanglijst te kopen. Mam waarschuwde nog: "Er komen vast nog meer bruiloften!", maar wij vonden dat Truus wel iets extra's verdiend had.

Truus en Niek gingen op Scharwoude wonen, vlakbij de viersprong. Daar ging ik altijd eerst heen als ik (en dat was maar drie keer per jaar: kerstmis, pasen en grote vakantie) van de kweekschool in Neerbosch thuis kwam. Aanvankelijk om van Truus de eerste nieuwtjes te horen, later natuurlijk ook om te kijken hoe haar kleintjes waren gegroeid.


Ton

Truus ontmoette ik voor het eerst toen ik in 1963 met Miny in de familie kwam. Zij was al ruim twee jaar getrouwd en had twee kinderen: Rob en Anja. Zij werd mijn schoonzus.

Samen met Niek woonde ze in een klein huis op Scharwoude. Zij hadden al televisie en bij belangrijke schaatswedstrijden schoven we bij hen aan om te genieten van Ard en Keessie. En van Truus' lekkere koffie en wat daar verder bij kwam. Truus was een voortreffelijke gastvrouw, je was er altijd welkom. Met verjaardagen werd er goed uitgepakt en ook was Truus met Niek een trouwe gast op onze verjaardagen.

Voordat ze naar de Ariens verhuisden, kwamen er nog twee dochters bij: Ingrid en Ivonne. Eén vond Truus maar zielig. Ik herinner me logeerpartijen van de kinderen over en weer. In 1967 was kleine Anja bij ons in Monnickendam, juist toen Miny beviel van onze dochter Karin. Gelukkig hadden we een lieve buurvrouw, dus dat was zo opgelost.

Elk jaar op 1 maart, als we bij Truus op visite waren voor haar verjaardag, kon ik niet nalaten haar te zeggen dat ze nu een jaar ouder was dan ik. Flauw natuurlijk, want twee dagen later waren we weer even oud.

Toen de kinderen waren uitgevlogen, ging Truus zich steeds meer bezighouden met hun bedrijf Running Time. Zij klokte de renners en hield hun tijden bij. In het weekend kon je niet meer zomaar naar de Ariens gaan, want er was bijna altijd wel ergens een hardloopwedstrijd.

Na het overlijden van pa hielden de zussen en man jaarlijks een meidendag. Meestal bij een van de zussn thuis, maar in 2014 maakten ze er een weekje in Friesland van, met ook een bezoek aan tante Mien. Helaas kwam Truus bij een foetstocht ten val en brak ze haar heup. Ze werd met de ambulance naar het ziekenhuis in Assen gebracht. Sinds die tijd heeft Truus geregeld klachten gehad.

Met het ouder worden kwamen we vaker met elkaar in contact. Maar we zagen ook steeds vaker vreemd gedrag bij Truus. Op een gegeven moment konden we er niet meer omheen: Truus dementeert.
Wat er dan gebeurt, gun je niemand: een langzaam afscheid nemen van het leven. Met bewondering hebben we naar Niek gekeken, hoe zorgzaam hij voor Truus was en hoe hij haar zo veel mogelijk probeerde te helpen. Het was een pijnlijk en verdrietig proces voor Truus en ook voor ieder om haar heen.

Vorige week kwam aan haar lijden een einde. Heel dubbel: opgelucht dat de ellende eindelijk voorbij was, maar verdrietig om het verlies van een dierbare. Van je partner, je moeder, je oma, je overgrootmoeder.

Wij treuren om onze zus en schoonzus.
Rust zacht, Truus!!!